ECLI:NL:RBMNE:2025:6202
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- mr. K. de Meulder
- V.O. de Wilde
- Rechtspraak.nl
Misbruik van recht bij beroepsgrond over hoorplicht in verkeersboetezaak
In deze zaak is de betrokkene, vertegenwoordigd door gemachtigde N.G.A. Voorbach, geconfronteerd met een administratieve sanctie van € 280,00 voor het niet stoppen voor een rood verkeerslicht op 5 april 2023 in Almere-Haven. De officier van justitie heeft het administratief beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarna de betrokkene beroep heeft ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 27 oktober 2025 waren de betrokkene en de gemachtigde niet aanwezig, terwijl een zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie wel aanwezig was. De kantonrechter heeft het onderzoek gesloten en twee weken later uitspraak gedaan.
De gemachtigde voerde als enige beroepsgrond aan dat de officier van justitie de betrokkene niet in de gelegenheid had gesteld om te worden gehoord. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat er sprake was van misbruik van recht, omdat de beroepsgrond evident kansloos was. De kantonrechter verwijst naar relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek en eerdere rechtspraak, waaruit blijkt dat de bevoegdheid om een bestuursrechtelijk rechtsmiddel in te stellen niet kan worden ingeroepen als deze wordt misbruikt. De kantonrechter concludeert dat de betrokkene niet heeft aangegeven gehoord te willen worden en dat de hoorplicht niet is geschonden. De kantonrechter verklaart het beroep niet-ontvankelijk en merkt op dat er duizenden zaken over verkeersboetes wachten op behandeling, wat de noodzaak onderstreept om misbruik van recht tegen te gaan.
De kantonrechter stelt vast dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling, omdat niet is gebleken dat de officier van justitie proceskosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. De beslissing is genomen door mr. K. de Meulder en uitgesproken op 17 november 2025, in tegenwoordigheid van de griffier.