In deze zaak is de betrokkene, vertegenwoordigd door gemachtigde N.G.A. Voorbach, in beroep gegaan tegen een administratieve sanctie van € 250,00 voor het niet stoppen voor een rood verkeerslicht op 3 februari 2023 in Naarden. De officier van justitie had het administratief beroep van de betrokkene ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 27 oktober 2025 werd door de gemachtigde aangevoerd dat de hoorplicht was geschonden en dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn voor berechting. De kantonrechter oordeelde echter dat het beroep evident kansloos was, omdat de betrokkene niet had aangegeven gehoord te willen worden en de beroepsgrond niet voldeed aan de eisen van de rechtspraak. De kantonrechter concludeerde dat er sprake was van misbruik van recht, waarbij het handelen van de gemachtigde aan de betrokkene kon worden toegerekend. Het beroep werd niet-ontvankelijk verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat er geen kosten waren gemaakt door de officier van justitie. De kantonrechter merkte op dat er duizenden zaken over verkeersboetes wachten op behandeling, en dat misbruik van recht leidt tot onnodige vertraging voor andere betrokkenen.