ECLI:NL:RBMNE:2025:989

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 maart 2025
Publicatiedatum
11 maart 2025
Zaaknummer
UTR 24/5910
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering wegens laattijdige aanvraag en arbeidsvermogen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de afwijzing van een Wajong-aanvraag. Eiser, die op 2 februari 2023 een aanvraag indiende voor een Wajong-uitkering, kreeg op 12 mei 2023 te horen dat hij niet in aanmerking kwam voor deze uitkering. Het Uwv baseerde deze beslissing op een rapport van een verzekeringsarts, die concludeerde dat eiser op zijn 18e verjaardag en de vijf jaar daarna arbeidsvermogen had. Eiser maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt in een besluit van 13 juni 2024. Eiser ging hiertegen in beroep bij de rechtbank, waarbij hij stelde dat het Uwv onvoldoende onderzoek had gedaan naar zijn medische situatie en dat hij niet voldeed aan de criteria voor arbeidsvermogen.

De rechtbank oordeelde dat het Uwv zorgvuldig had gehandeld en dat de rapporten van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige aan de vereisten voldeden. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij op zijn 18e verjaardag en in de vijf jaar daarna geen arbeidsvermogen had. De rechtbank wees het beroep van eiser af, waardoor hij geen recht had op de Wajong-uitkering. De rechtbank benadrukte dat eiser de bewijslast had om aan te tonen dat hij voldeed aan de voorwaarden voor de uitkering, wat hij niet had gedaan. De uitspraak werd gedaan door rechter Y.N.M. Rijlaarsdam, in aanwezigheid van griffier M.S.D. de Weerd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/5910

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 maart 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. G.J. Mulder),
en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

(gemachtigde: S.N. Westmaas-Kanhai).

Inleiding

1. Eiser is op [geboortedatum] 1994 achttien jaar geworden. Op 2 februari 2023 heeft eiser een aanvraag beoordeling arbeidsvermogen ingediend, omdat hij in aanmerking wil komen voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Een verzekeringsarts heeft onderzoek gedaan en op basis daarvan heeft het Uwv op 12 mei 2023 besloten dat eiser geen Wajong-uitkering kan krijgen. Eiser is het daar niet mee eens en heeft bezwaar gemaakt.
2. Met het besluit van 13 juni 2024 (
het bestreden besluit) is het Uwv bij zijn besluit gebleven om aan eiser geen Wajong-uitkering toe te kennen. Aan dat besluit heeft het Uwv een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 3 juni 2024 en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 11 juni 2024 ten grondslag gelegd.
3. Eiser heeft daartegen beroep ingediend. Het Uwv heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift en heeft daarbij een nader rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 23 oktober 2024 overgelegd.
4. De rechtbank heeft het beroep op 2 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en zijn collega mr. W.R.M. Bouman, en de gemachtigde van het Uwv. Eiser was ziek, daarom is hij niet verschenen.

Waar gaat deze zaak over?

5. Deze zaak gaat over het afwijzen van eisers Wajong-aanvraag. Eiser vindt dat hij recht heeft op een Wajong-uitkering. Het Uwv blijft bij het standpunt dat eiser geen recht heeft op een Wajong-uitkering. De rechtbank moet aan de hand van wat partijen naar voren hebben gebracht, beoordelen of het Uwv terecht heeft vastgesteld dat eiser op zijn 18e verjaardag en de periode van vijf jaar daarna arbeidsvermogen heeft.

De criteria voor het krijgen van een Wajong-uitkering

6. Partijen zijn het er over eens dat eisers aanvraag beoordeeld moet worden aan de criteria uit de Wajong 2015. Op grond van die wet kan eiser alleen een Wajong-uitkering krijgen als hij op zijn 18e verjaardag en de periode van vijf jaar erna geen arbeidsvermogen had. Het Uwv moet in dit geval dus beoordelen hoe de situatie van eiser in die periode was. Om te beoordelen of eiser arbeidsvermogen had, gelden vier cumulatieve eisen.
Eiser moet:
een taak kunnen uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
beschikken over basale werknemersvaardigheden;
ten minste vier uur per dag belastbaar zijn; en
ten minste een uur aaneengesloten kunnen werken zonder een wezenlijke onderbreking van het productieproces.
De arbeidsdeskundige beoordeelt de eisen onder a en b en de verzekeringsarts beoordeelt de eisen onder c en d. Wanneer eiser aan minimaal één van bovenstaande criteria niet voldoet, heeft hij geen arbeidsvermogen. Het ontbreken hiervan moet duurzaam zijn, dat betekent dat geen verbetering te verwachten valt.

Standpunt eiser

7. Eiser vindt dat het Uwv onvoldoende zorgvuldig onderzoek heeft verricht. Hij heeft met het overleggen van de rapportage van Pro Justitia, opgesteld rond zijn 22e jaar, en de informatie over zijn zeer zeldzame hersenaandoening aannemelijk gemaakt dat hij aan ernstige aandoeningen leidt. Juist dan had het op de weg van het Uwv gelegen om nader onderzoek daarnaar te doen en navraag te doen bij zijn behandelaars.
Eiser verzoekt de rechtbank om een onafhankelijke deskundige te benoemen als het Uwv niet bereid is alsnog een nader onderzoek te doen.
8. Eiser vindt ook dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat hij zou voldoen aan alle criteria voor het hebben van arbeidsvermogen. Eiser stelt dat geen rekening is gehouden met zijn energetische beperkingen, waardoor hij niet 4 uur per dag belastbaar kan zijn. Ook kan hij niet tenminste één uur aaneengesloten werken. Hij is vanwege financiële nood gaan werken en dat hield hij alleen vol door heel veel te slapen, 12 tot 13 uur per dag. Na drie maanden is hij alweer uitgevallen, omdat het werk teveel van hem vergde waardoor hij uitgeput raakte. Hij kan dat werk nog steeds niet hervatten en verwijst daarvoor naar een rapport van de bedrijfsarts van 14 augustus 2024 en een verslag van de verzuimconsultant van 18 december 2024. Verder verwijst hij naar een kort voor de zitting overgelegde verklaring van zijn huisarts dat hij om medische redenen medicinale weed gebruik. Het noodzakelijke gebruik daarvan maakt ook dat hij niet snel voor werk zal worden aangenomen.
9. Eiser vindt verder dat ook wat betreft de twee overige criteria onvoldoende is gemotiveerd dat hij daar aan voldoet. Zo beschikt hij niet over voldoende basale werknemersvaardigheden, want daaronder valt het accepteren van gezag en regels van een werkgever en daar loopt hij vanwege zijn persoonlijkheidsstoornis juist steeds tegenaan.

Beoordeling door de rechtbank

Het toetsingskader
10. Het Uwv heeft het bestreden besluit gebaseerd op rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep. Het Uwv mag besluiten zoals in deze zaak baseren op rapporten van zijn verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, maar deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten de rapporten op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen, mogen deze geen tegenstrijdigheden bevatten en moeten de conclusies voldoende begrijpelijk zijn. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat de rapporten die over hem zijn opgesteld niet aan deze vereisten voldoen.
Zorgvuldig onderzoek
11. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken van een onzorgvuldig onderzoek. Zowel de verzekeringsarts bezwaar en beroep als de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben met eiser tijdens de hoorzitting gesproken over zijn bezwaren. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de eigen onderzoeksgegevens en de in bezwaar overgelegde medische stukken betrokken bij zijn overwegingen. Niet gebleken is dat die informatie onjuist is uitgelegd. Vervolgens heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep onderzoek verricht en overlegd met de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
12. De rechtbank volgt eiser niet in zijn standpunt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep meer onderzoek had moeten doen en/of meer informatie had moeten opvragen.
Hierbij stelt de rechtbank voorop dat hier sprake is van een zogeheten laattijdige aanvraag, omdat eiser zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering geruime tijd na zijn 18e verjaardag heeft ingediend. In dat geval moet het Uwv ook onderzoeken of eiser binnen een periode van 5 jaar na zijn 18e verjaardag alsnog jonggehandicapte is geworden. Volgens vaste rechtspraak draagt de aanvrager van een laattijdige aanvraag de bewijslast om met objectieve (medische) gegevens aannemelijk te maken dat hij op 18-jarige leeftijd en 5 jaar daarna voldeed aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een Wajong-uitkering, omdat het medisch beeld met het verstrijken van de tijd steeds moeilijker is vast te stellen. [1] De periode waar het in deze zaak om gaat, loopt in geval van eiser dus van januari 1994 tot en met januari 1999. Als onvoldoende gegevens over de gezondheidstoestand van eiser in de hier relevante periode beschikbaar zijn, komt deze omstandigheid voor zijn risico.
13. Verzekeringsarts bezwaar en beroep Rietveld heeft in haar rapport van 3 juni 2024 vastgesteld dat eiser in 2022 gediagnosticeerd is met focale epilepsie bij een arterio-veneuze malformatie (avm). Omdat het bij een avm gaat om een aangeboren vaatafwijking gaat zij ervan uit dat deze dus al op eisers 18e verjaardag aanwezig was. Ook de door de psychiater van Pro Justitia gediagnosticeerde antisociale persoonlijkheidsstoornis leidt tot diverse beperkingen die ook op eisers 18e verjaardag al aanwezig waren. Dus voor de verzekeringsarts bezwaar en beroep is het duidelijk dat er op eisers 18e verjaardag beperkingen zijn als gevolg van ziekte en/of gebrek. Vervolgens heeft zij in haar rapport van 23 oktober 2024 inzichtelijk gemotiveerd waarom nader onderzoek naar de bij eiser vastgestelde avm voor het vormen van een medisch oordeel geen meerwaarde heeft. Het gaat inderdaad om een zeldzame, maar ook om een bekende en goed onderzochte aandoening, waardoor er voldoende medische informatie, waaronder richtlijnen, beschikbaar is. In het geval van eiser kan een avm zich voordoen door epilepsie zonder dat er een bloeding is opgetreden. Volgens Rietveld heeft het inwinnen van nadere medische informatie geen toegevoegde waarde, omdat het beschreven episodisch optreden van agressief gedrag dat getriggerd wordt door omgevingsfactoren en door eiser te beïnvloeden is, medisch gezien niet aan de avm kan worden gerelateerd.
De rechtbank kan deze motivering volgen.
De beoordeling of eiser arbeidsvermogen had in de periode 1994-1999
Is eiser 4 uur belastbaar op een dag?
14. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep inzichtelijk en op plausibele wijze heeft gemotiveerd dat eiser 4 uur per dag belastbaar is. Niet gesteld en gebleken is dat sprake is van een aandoening met een ernstige energetische beperking die leidt tot een verminderd basaal energetisch vermogen. De avm en de antisociale persoonlijkheidsstoornis leiden daar niet toe. Dat eiser wel vermoeidheidsklachten door de medicatie ervaart, betekent niet dat er sprake is van zeer ernstige energetische belemmeringen waardoor hij niet tenminste 4 uur per dag belastbaar is. Dat blijkt ook uit eisers dagelijks functioneren. Ook is geen sprake van een zeer beperkte beschikbaarheid vanwege een te volgen behandeling. Eiser heeft laten zien dat hij meer dan 4 uur belastbaar is. Dat hij voor zijn laatste werk, waarin hij circa 8 uur per dag werkzaam was en bijna 40 uur in de week, uitgevallen is en dat werk hem volledig heeft uitgeput waardoor hij veel slaap nodig heeft, betekent nog niet dat hij niet tenminste 4 uur per dag belastbaar is in ander werk waarbij met zijn beperkingen rekening wordt gehouden. Daarbij is van belang dat het niet noodzakelijk is om 4 uur achtereen belastbaar te zijn.
In wat eiser naar voren heeft gebracht, ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat eiser vier uur per dag belastbaar is in de zin van de Wajong. De rechtbank heeft er begrip voor dat eiser door zijn ervaringen in zijn laatste werk de indruk heeft gekregen dat tenminste 4 uur per dag werken voor hem niet structureel haalbaar is, maar benadrukt dat het daarbij – anders dan bij de Wajong-beoordeling – ging om een volledige baan waarbij geen rekening werd gehouden met eisers beperkingen.
Kan eiser tenminste één uur achterelkaar werken?
15. Voor dit vereiste gaat het er om dat niet vaker dan 1x per uur een substantiële onderbreking van het productieproces noodzakelijk is om bij te sturen. Belastbaarheidsactiviteiten op activiteitenniveau die van invloed kunnen zijn op het vermogen om met een zekere continuïteit te functioneren zijn ‘ontwikkelen van vaardigheden’, ‘herinneren’, ‘richten van de aandacht’, ‘uitvoeren van dagelijkse routinehandelingen’ en ‘onbedwingbaar gedrag’. Verzekeringsarts bezwaar en beroep Rietveld heeft in haar rapporten gemotiveerd dat eiser dat kan, omdat er geen dusdanig ernstige stoornis op gebied van aandacht, geheugen en stemming bestaat dat er beperkingen geduid worden die gerelateerd kunnen zijn aan de noodzaak voor een substantiële onderbreking van een of meer uur.
De rechtbank kan deze motivering goed volgen. De rechtbank stelt vast dat eiser niet met (nieuwe) medische gegevens heeft onderbouwd waarom de conclusie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep onjuist is dat eiser niet één uur aaneengesloten een taak kan verrichten.
16. Het voorgaande doet niet af aan de problemen die eiser heeft ervaren bij en na het uitvoeren van zijn laatste werk. In het kader van de Wajong 2015 staat niet ter beoordeling of eiser dat werk kon uitvoeren, maar of is voldaan aan de hiervoor onder 6 genoemde -strenge- criteria.
Beschikt eiser over basale werknemersvaardigheden?
17. Basale werknemersvaardigheden zijn vaardigheden waarover iemand altijd moet beschikken om als werknemer in een arbeidsorganisatie te kunnen functioneren. Een werknemer die over basale werknemersvaardigheden beschikt, is:
- in staat instructies van een werkgever te begrijpen, te onthouden en uit te voeren.
- in staat afspraken met een werkgever na te komen.
Zowel de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar rapporten van 3 juni 2024 en 23 oktober 2024 als de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in haar rapport van 11 juni 2024 hebben uitgebreid gemotiveerd waarom eiser voldoet aan dit vereiste. Zij zijn daarbij ook ingegaan op het door eiser betwiste punt wat betreft het accepteren van gezag en accepteren van de regels waar hij zich als werknemer aan moet houden.
18. Verzekeringsarts bezwaar en beroep Rietveld is ingegaan op de antisociale persoonlijkheidsstoornis, waardoor eiser beperkingen heeft op het kunnen aangaan van interacties en relaties, eigen gevoelens uiten, omgaan met kritiek, hanteren van conflicten, zich sociaal passend gedragen en omgaan met meerderen. Deze beperkingen zijn gerelateerd aan het criterium ‘basale werknemersvaardigheden’. Volgens Rietveld is eiser door de persoonlijkheidsstoornis minder flexibel in zijn manier van reageren op moeilijkheden, maar is hij wel in staat om zijn gedrag te beïnvloeden. Zij vindt dat eiser heeft laten zien dat hij zich voldoende aan sociale regels kan conformeren als de situatie hierom vraagt. Zo heeft hij gesport op hoog niveau en heeft hij een aantal jaren meerdere uren per week sportles gegevens. Dat past volgens haar ook bij de informatie uit het rapport van Projustitia dat eiser slechts licht verminderd toerekeningsvatbaar werd geacht en niet ontoerekeningsvatbaar.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep is in haar rapport ingegaan op de door de verzekeringsarts bezwaar en beroep vastgestelde beperkingen. Bij het nakomen van afspraken wordt van een werknemer gevraagd dat hij zich houdt aan basale omgangsregels en ook enig besef moet hebben van het feit dat bepaalde omstandigheden vragen om bepaald gedrag. Dat vraagt van een werknemer ook dat hij zich bewust is van zijn eigen gedrag in relatie tot anderen. Gelet op de aangenomen beperkingen en gelet op enkele (school)ervaringen in het verleden stelt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat eiser hier niet altijd toe in staat is, of zich hiervan bewust is. Daarom heeft zij hierover ook met verzekeringsarts bezwaar en beroep Rietveld overlegd en dat heeft tot de conclusie geleid dat wanneer sprake is van een veilige en vertrouwde omgeving eiser in staat geacht kan worden (onder begeleiding) instructies van een werkgever te begrijpen, te onthouden en uit te voeren en afspraken te kunnen nakomen.
Het feit dat aan het werk en de werkomgeving eisen worden gesteld en eiser is aangewezen op eventuele begeleiding is geen reden om te stellen dat hij daarom niet zou beschikken over basale werknemersvaardigheden. Zelfs wanneer het niveau van begeleiding dusdanig zou zijn dat dit niet van een gewone werkgever kan worden gevergd, kan het functioneren in een beschutte werkomgeving toch betekenen dat er arbeidsvermogen is.
20. De rechtbank oordeelt dat ook op dit punt goed is uitgelegd waarom eiser basale werknemersvaardigheden heeft. Er gelden wel bepaalde voorwaarden, maar als er met die voorwaarden rekening wordt gehouden, dan kan eiser ondanks zijn beperkingen instructies begrijpen en uitvoeren en dan kan hij zich ook aan afspraken houden.
Kan eiser een taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie?
21. Voorop staat dat het hier niet gaat om een functie, maar om een taak en dat is de kleinste eenheid van een functie. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft gemotiveerd toegelicht in haar rapport waarom zij vindt dat eiser de taak ‘Plaatsen van onderdelen op een printplaat’ kan uitvoeren. Het betreft een eenvoudige taak en communicatie en samenwerken met anderen is minimaal. De eisen die deze taak stelt sluiten aan bij de voorwaarden in werk en werkomgeving. Er is sprake van zelfstandige uitvoering van een eigen (solistische) taak zonder stressfactoren als productiepieken en/of risicovolle processen en/of producten en zonder al teveel afleiding. Er is sprake van fysiek licht werk dat hij voornamelijk zittend kan vervullen. Daarnaast zou eiser ook de taak ‘Het invoeren van gegevens’ kunnen uitvoeren. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft daarbij begrijpelijk toegelicht dat het feit dat het werk en de (beschutte) werkomgeving aan voorwaarden gebonden is en eventuele begeleiding aan de orde is, geen reden is om te stellen dat eiser geen taak zou kunnen uitvoeren. Dit geldt ook in het geval het niveau van begeleiding dusdanig zou zijn dat dit niet van een gewone werkgever kan worden gevergd.
De rechtbank kan deze toelichting volgen. Uit de conclusies van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep volgt dus dat eiser een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie.

Conclusie en gevolgen

22. De rechtbank vindt dat het besluit van het Uwv om aan eiser geen Wajong-uitkering te geven klopt. Het Uwv mocht er op basis van de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep vanuit gaan dat eiser kan werken. Hij krijgt daarom geen Wajong-uitkering.
23. Omdat geen twijfel bestaat over de juistheid van de medische beoordeling door het Uwv is er geen aanleiding voor het benoemen van een onafhankelijk deskundige.
24. Het beroep is dus ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.S.D. de Weerd, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 maart 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Bijvoorbeeld CRvB 29 mei 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:1076 en CRvB 5 april 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1400.