In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 juli 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschappen Roompot Recreatie Beheer B.V. en Kustpark Egmond aan Zee B.V. als eisers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen als verweerder. De eisers hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 28 januari 2013, waarin het bezwaar tegen een eerder besluit van 14 maart 2012 ongegrond werd verklaard. Dit eerdere besluit hield in dat de derde-partij, die verantwoordelijk was voor een perceel in Egmond aan Zee, werd gelast om campers en andere kampeermiddelen van het terrein te verwijderen en het terrein niet als overnachtingsplaats te gebruiken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat op het perceel werd overnacht, en dat de toezichthouders geen overtredingen hebben geconstateerd. De eisers stelden dat het gehele perceel als overnachtingsplaats werd gebruikt, maar de rechtbank oordeelde dat de door hen overgelegde foto’s niet voldoende bewijs boden voor hun claim. De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en concludeerde dat er geen grond was voor het opleggen van een preventieve last onder dwangsom, omdat er geen klaarblijkelijk gevaar voor overtredingen was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van de eisers ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 10 juli 2014, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.