ECLI:NL:RBNHO:2015:7355
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Navordering van belastingaanslag en kenbaarheid van fouten in belastingaanslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 4 september 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst, Amsterdam. Eiseres had een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (ib/pvv) ontvangen voor het jaar 2011, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 4.376. De inspecteur handhaafde deze navorderingsaanslag na een bezwaar van eiseres. Eiseres stelde dat zij er in redelijkheid vanuit mocht gaan dat de definitieve aanslag correct was vastgesteld en dat er geen navordering mocht plaatsvinden, ondanks het feit dat het 30%-criterium was voldaan. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een voor eiseres kenbare fout, aangezien het verschil tussen de bij definitieve aanslag geheven belasting en de te heffen belasting meer dan 30% bedroeg. De rechtbank verwierp het betoog van eiseres en concludeerde dat navordering was toegestaan.
De rechtbank overwoog dat de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) bepaalt dat navordering is toegestaan indien te weinig belasting is geheven door een fout die de belastingplichtige redelijkerwijs kenbaar is. In dit geval was de iack ten onrechte uitbetaald, en de rechtbank concludeerde dat eiseres niet in redelijkheid kon menen dat de aanslag op alle punten correct was vastgesteld. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.