ECLI:NL:RBNHO:2016:6693
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak na tussenuitspraak in bestuursrechtelijke zaak over sociale zekerheid met gebrek in besluit
Op 11 augustus 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.J. van der Veen, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door J. Knufman. Deze uitspraak volgt op een tussenuitspraak van 28 april 2016, waarin de rechtbank verweerder de gelegenheid bood om een geconstateerd gebrek in het bestreden besluit van 28 augustus 2015 te herstellen. Verweerder heeft echter in zijn brieven van 10 mei en 17 juni 2016 laten weten geen nadere motivering te willen geven en het besluit niet te willen herstellen. De rechtbank heeft vervolgens besloten geen nadere zitting te houden en het onderzoek te sluiten.
In de einduitspraak heeft de rechtbank bevestigd dat zij bij de overwegingen van de tussenuitspraak blijft, tenzij anders overwogen. De rechtbank oordeelt dat verweerder niet heeft voldaan aan de mogelijkheid om het gebrek te herstellen en verklaart het beroep gegrond. Het bestreden besluit wordt vernietigd wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank ziet geen aanleiding om de rechtgevolgen in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien, omdat de uitkomst nog te veel open ligt. Verweerder wordt opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak.
Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot vergoeding van het door eiseres betaalde griffierecht van € 331,- en de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1.240,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.