Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zorg Interim II B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft [eiseres], een verpleegkundige in dienst bij Zorg Interim II B.V., een vordering ingesteld tegen haar werkgever voor betaling van loon en vakantietoeslag. [eiseres] was sinds 21 januari 2004 in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, maar werd na week 50 van 2013 niet meer opgeroepen voor werk. Zorg Interim stelde dat [eiseres] niet meer bekwaam was om als verpleegkundige te werken, omdat zij niet voldeed aan de scholingsverplichtingen die voortvloeien uit de BIG-registratie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] weliswaar geregistreerd stond als verpleegkundige tot en met december 2018, maar dat zij niet had aangetoond dat zij aan de bekwaamheidseisen voldeed, aangezien zij sinds 2012 geen scholing had gevolgd. De rechter oordeelde dat Zorg Interim niet verplicht was om [eiseres] op te roepen voor werk, omdat zij niet had voldaan aan haar verplichtingen om haar bekwaamheid op peil te houden. Desondanks werd Zorg Interim veroordeeld tot betaling van het loon over 2014 en de periode van december 2015 tot april 2016, evenals de vakantietoeslag en wettelijke verhogingen, omdat Zorg Interim niet tijdig had aangegeven dat [eiseres] niet meer bekwaam was. De vordering tot wedertewerkstelling werd afgewezen, omdat [eiseres] op dat moment niet voldeed aan de bekwaamheidseisen.