ECLI:NL:RBNHO:2018:7746
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom opgelegd aan verzoekster wegens overtredingen van het Bouwbesluit en bestemmingsplan met betrekking tot kamerverhuur
Op 6 september 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, een eigenaar van een pand, in beroep ging tegen een last onder dwangsom opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad. De last hield in dat verzoekster het gebruik van haar pand voor kamerverhuur diende te beëindigen en diverse aanpassingen aan het pand moest doorvoeren om te voldoen aan het Bouwbesluit. De voorzieningenrechter oordeelde dat de last terecht was opgelegd, omdat verzoekster in strijd met het bestemmingsplan handelde door het pand te verhuren aan meerdere personen die niet als eengezinswoning samenwoonden. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat verzoekster niet had voldaan aan de opgelegde lasten, wat leidde tot de invordering van verbeurde dwangsommen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de hoogte van de dwangsommen in verhouding stond tot de overtredingen en dat verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat de invordering van de dwangsommen haar medische situatie zou verslechteren. Het beroep van verzoekster werd ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen.