Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding zijdens de Provincie
- de akte overlegging producties 1 tot en met 37 zijdens de Provincie
- de conclusie van antwoord in conventie tevens incident ex artikel 843a Rv zijdens Distriport c.s., tevens conclusie van eis in reconventie met producties 1 tot en met 71 zijdens De Peyler Projectontwikkeling en Zeeman Vastgoed
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 843a Rv zijdens de Provincie
- het incidenteel vonnis van 14 december 2016
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie met producties 38 tot en met 53 zijdens de Provincie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie met producties 72 tot en met 89 zijdens Distriport c.s., tevens wijziging van eis in reconventie zijdens De Peyler Projectontwikkeling en Zeeman Vastgoed
- de conclusie van dupliek in reconventie tevens uitlaten wijziging van eis in reconventie tevens akte wijziging van eis in conventie met producties 54 tot en met 65 zijdens de Provincie
- het proces-verbaal van de pleidooizitting van 3 juli 2018 en de daarin genoemde stukken.
2.Feiten
i) de aantoonbaar door de provincie gemaakte externe kosten (waaronder in ieder geval zijn begrepen: ten laste van de provincie komende doorverkoopsommen als bedoeld in de artikelen 3.1 en de koopsom als bedoeld in artikel 4.1, aankoop- en bemiddelingskosten, bodemonderzoekskosten, notariële kosten, verschuldigd kadastraal recht, deskundigenkosten, schadeloosstellingen, kostenveroordelingen, procedurekosten financieringskosten, verschuldigde omzet- en overdrachtsbelasting, etc.) in verband met de verwerving van gronden met het oog op de realisering van het bedrijventerrein c.a., de externe kosten in verband met het fiscaal bouwrijp maken als bedoeld in onderdeel b) hiervoor en de kosten als bedoeld in onderdeel j) hierna alsmede de verschuldigde externe lasten en kosten, verbonden aan de financiering van die verwervingskosten, zullen - in de vorm van koopsommen, waartegen de in het Plangebied door de provincie aangelegde bouwkavels door de provincie aan het Samenwerkingsverband zullen worden verkocht - ten laste van de Grondexploitatie worden gebracht. Daarbij heeft wel te gelden dat bedoelde koopsommen “transparant” zullen zijn en tenminste marktconform zijn te achten.
3.Het geschil
in conventie
- Pels Rijcken staatssteunadviezen € 12.170,03
- Pels Rijcken overige adviezen € 28.062,13
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
In verband met de verkoop van de gronden en de borgstelling van de Provincie als voorzien in de Borgovereenkomst is GEM ook nog een aanvullende koopsom aan de Provincie verschuldigd, als een overigens geheel onverplicht verschuldigde bijdrage in de kosten, verbonden aan de aansluiting van het bedrijventerrein Jaagweg op de A7 (…) De betreffende aanvullende koopsom bedraagt € 6.500.000,-”
1.1 Mede ter uitvoering van het Afsprakenkader en voorts als tegenprestatie voor de bereidheid van GEM om geheel onverplicht voor haar rekening en risico een groene buffer (…) aan te leggen, om eveneens geheel onverplicht onder bepaalde voorwaarden een bedrag ad € 6.500.000,- (…) aan de Provincie te voldoen als bijdrage in de kosten, verbonden aan het aansluiten van het bedrijventerrein Jaagweg op de A7 (…)”
5.De beslissing
10 oktober 2018voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenbenoeming en de in r.o 4.8 genoemde vragen,