ECLI:NL:RBNHO:2020:2546
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm in het kader van de Participatiewet en voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 april 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die een bijstandsuitkering ontving. De zaak betreft de toepassing van de kostendelersnorm door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer. Verweerder had het recht op bijstand van verzoekster met ingang van 12 februari 2020 herzien, omdat zij met twee van haar meerderjarige kinderen in dezelfde woning zou verblijven. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten en verzocht om schorsing van de besluiten totdat de bezwaarprocedures zijn afgerond.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster, die in 2004 naar Nederland kwam en geen Nederlands spreekt, al geruime tijd een bijstandsuitkering ontvangt. De rechter heeft de feiten en omstandigheden van de woonsituatie van verzoekster en haar kinderen onderzocht, inclusief een huisbezoek dat door verweerder is uitgevoerd. Tijdens de zitting is gebleken dat verzoekster en haar kinderen in een kwetsbare situatie verkeren, waarbij de kinderen mantelzorg verlenen aan hun moeder.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de kostendelersnorm van toepassing is, omdat de kinderen van verzoekster hun hoofdverblijf bij haar hebben. Ondanks de argumenten van verzoekster dat haar kinderen niet bij haar wonen, heeft de rechter geconcludeerd dat de verklaringen van verzoekster en haar zoon [naam 1] vooralsnog als juist kunnen worden beschouwd. De rechter heeft uiteindelijk het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het besluit tot herziening van de bijstandsuitkering naar verwachting stand zal houden in de bezwaarprocedure.