Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 juli 2020, met tien producties (genummerd 1 tot en met 9b);
- een bericht gedateerd 23 juli 2020 van mr. Binnerts voornoemd, met drie producties (genummerd G1 tot en met G3);
- een bericht van 24 juli 2020 met een aanvullende productie (genummerd 10) van de kant van HI;
- de mondelinge behandeling, die heeft plaatsgevonden op 28 juli 2020;
- de pleitnota van HI;
- de pleitnota van LNH.
2.De feiten
2.13. Bij brief van 24 juni 2020 heeft mr. Binnerts voornoemd, het volgende voor zover van belang, aan de toenmalige advocaat van HI meegedeeld:
3.Het geschil
significante gevolgen heeft voor de kwetsbare en beschermde natuur in de omliggende gebieden, wenst HI veldonderzoek te laten uitvoeren. Zij heeft LNH tevergeefs verzocht om een aantal hooggekwalificeerde ecologen van het onderzoeks- en adviesbureau [naam 1] toe te laten op een relatief klein stuk natuurgebied in de nabijheid van het gebied waar het project gerealiseerd zal gaan worden. Gezien haar statutaire doel heeft LNH geen belang bij haar weigering. Het project brengt geen nadelige gevolgen voor de flora en fauna in het gebied. Integendeel, er wordt juist nieuwe natuur ontwikkeld. HI heeft een groot en spoedeisend belang bij het laten uitvoeren van veldonderzoek, dat slechts in de zomermaanden (mei/juni tot en met augustus) kan worden uitgevoerd. Zij heeft zeer aanzienlijke investeringen gedaan. Door medewerking te weigeren, maakt LNH misbruik van haar bevoegdheid als erfpachter en handelt zij onrechtmatig jegens HI.
Ter zitting heeft HI gesteld dat LNH (ook) op grond van artikel 5:56 Burgerlijk Wetboek (BW) gehouden is mee te werken aan het door haar gewenste veldonderzoek.
4.De beoordeling
In de (hiervoor onder 2.13 gedeeltelijk weergegeven) brief van 24 juni 2020 en ter zitting heeft de advocaat van LNH aangevoerd dat de vraag of het project (uiteindelijk) schade zal toebrengen aan de natuur alleen zinvol kan worden beantwoord als ook wordt gekeken naar eventuele andere projecten. LNH is van mening dat door middel van een gebiedsgerichte aanpak vanuit de provincie een meer structurele benadering dient te worden toegepast. De door HI voorgestelde aanpak is daarmee in strijd.
980,-