Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Pré Wonen
1.Het procesverloop
2.De feiten
Algemene Huurvoorwaarden huurovereenkomst zelfstandige woonruimte’ van toepassing (hierna: de algemene huurvoorwaarden).
Huurder is aansprakelijk voor de schade die wordt veroorzaakt door een verandering of toevoeging die door huurder is aangebracht. (…)’
(…) Huurder is aansprakelijk voor de schade die tijdens de huurtijd aan het gehuurde, waartoe ook de buitenzijde wordt gerekend, is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortschieten in de nakoming van een verplichting uit de huurovereenkomst. Alle schade, behalve brandschade, wordt vermoed daardoor te zijn ontstaan. Huurder is jegens de verhuurster op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk voor de gedragingen van hen die vanwege huurder het gehuurde gebruiken of zich vanwege huurder daarop bevinden.’
(…) Wij hebben de bewuste kraan, de draadbus en het bewuste appartement geïnspecteerd. In de keuken van de wederpartij constateerden wij dat, in vergelijking met de andere opgeleverde appartementen, de afvoerleiding ontbreekt en dat deze is afgedopt ter hoogte van de vloer, dat de bevestigingsbeugel van de afvoerleiding ontbreekt en dat er een extra stopcontact aanwezig is (…). Uit de ontvangen opleverlijst tussen Dura Vermeer, Pré Wonen en mevrouw [gedaagde] blijken er geen bijzonderheden te zijn wat betreft de kraan en de afvoer (…). Tevens begrepen wij dat Bonarius een opleverronde heeft gedaan met Dura Vermeer en Pré Wonen. Ook hieruit zijn geen bijzonderheden voortgekomen.
is de draadbus (…) door de installateur in de muur gebracht. Ons werd niet exact duidelijk hoe de draadbus volgens hen in de muur is gekomen. Wij begrepen dat wederpartij stelt dat de draadbus in de muur is geplaatst of dat de installateur beoogde een kraan aan te sluiten waarbij het desbetreffende gedeelte is afgebroken en vervolgens in de muur is achtergebleven. Vervolgens heeft de installateur, volgens wederpartij, een nieuwe kraan gepakt die door middel van teflon-tape met de draadbus is verbonden. Doordat de tape heeft losgelaten is de kraan losgekomen waarna het water zich via de vloer heeft kunnen verspreiden door het appartement en uiteindelijk ook naar onderliggende appartementen en bergingen.
(…) De onderbouwing van de aansprakelijkheid volgt uit de brief van 5 juli 2019, die cliënte aan uw cliënten zond. Daarbij wijs ik u bovendien op artikel 7:218 leden 1 en 2 BW, op basis waarvan een rechtsvermoeden bestaat dat de schade is ontstaan door een toerekenbare tekortkoming van uw cliënten. Beide onderbouwingen geven voldoende grondslag voor aansprakelijkheid van uw cliënten. Uw blote ontkenning is in dat verband onvoldoende. (…)’ Daarbij is [gedaagde] opnieuw verzocht om aansprakelijkheid te erkennen.
(…) cliënten betwisten elke aansprakelijkheid en betwisten de genoemde werkzaamheden/aanpassingen welke zij verricht zouden hebben. Tevens wordt de hoogte van de schade betwist. (…)’
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
Kamerstukken II1997/98, 26089, 3, p.29). De kantonrechter is met Pré Wonen van oordeel dat [gedaagde] er niet in is geslaagd het bewijsvermoeden te weerleggen. Daartoe wordt als volgt overwogen.
(…) Mijn ervaring met de gerenoveerd woning is dat ik met veel dingen niet tevreden ben. Veel zijn niet afgewerkt of niet goed afgewerkt. (…) De washok kraan had een lekkage door melding hebben ze het gerepareerd (…).’ Zelf heeft [gedaagde] verklaard dat er in het gehuurde meerdere gebreken waren na de renovatie. Volgens [gedaagde] blijkt hieruit dat de renovatiewerkzaamheden – niet alleen in het gehuurde – niet goed zijn uitgevoerd. Daarnaast voert [gedaagde] aan dat zij, samen met haar partner en de vader van de werkgever van haar partner, bij andere appartementen in het appartementencomplex ook wit teflontape heeft aangetroffen, waaruit volgens [gedaagde] blijkt – anders dan Pré Wonen stelt – dat door Bonarius niet enkel in het gehuurde voor de montage van de kraan teflontape is gebruikt.
Meer- / Minderwerk’ staan opgenomen, waaronder kosten die zien op ‘
Herstellen Waterschade (…)’ en de verklaring ter zitting van [projectleider] , projectleider Pré Wonen, dat de herstelwerkzaamheden onder meer hebben bestaan uit het herstellen van de zweefdekvloer, het plaatsen van bouwdrogers voor een week en schilder- en stucwerk, is daartoe onvoldoende. Gelet op het bewijsaanbod van Pré Wonen op dit punt zal zij in de gelegenheid worden gesteld om de hoogte van de gestelde schade bij akte nader te onderbouwen. [gedaagde] zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld daarop te reageren.
6.De beslissing
11 november 2020 te 10:00 uurbij schriftelijke akte de hoogte van de gestelde schade nader te onderbouwen;
9 december 2020 te 10:00 uurschriftelijk te reageren op de onder 6.1. bedoelde akte;