Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[verzoeker1],
[verzoeker2],
1.De procedure
2.De feiten
3.De beoordeling
jWgbz) is de toegankelijkheid van de schuldsaneringsregeling te bevorderen door geen onnodige financiële drempels op te werpen. Gelet hierop en gelet op het in artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op toegang tot de rechter, moet deze bepaling volgens de Hoge Raad aldus worden uitgelegd dat zij ook toepassing vindt en dat dus geen griffierecht verschuldigd is in het geval waarin een schuldenaar in hoger beroep of cassatie opkomt tegen een beslissing van de rechter waarbij een schuldsaneringsverzoek is afgewezen of is beëindigd op grond van artikel 350 lid 3 onder f Fw. Het gaat hier in de regel om personen die gelet op hun schuldenlast minder financiële draagkracht hebben dan bijstandsgerechtigden, en derhalve over onvoldoende financiële draagkracht beschikken om het in hoger beroep en in cassatie verschuldigde griffierecht te betalen.