Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De verdere procedure
2.De verdere beoordeling
.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter op 21 april 2021 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen de ANWB B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door Gerechtsdeurwaarderskantoor De Klerk Vis Niekus, vorderde betaling van een bedrag van € 190,00 in verband met een verzekeringsovereenkomst voor telefonische pechhulp. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst gekwalificeerd moet worden als een verzekeringsovereenkomst, waarbij de eisende partij heeft voldaan aan de informatieverplichtingen die voortvloeien uit de Wet op het financieel toezicht (Wft) en het Burgerlijk Wetboek (BW). De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisende partij voldoende bewijs heeft geleverd dat zij aan haar informatieverplichtingen heeft voldaan, en dat de overeenkomst op correcte wijze tot stand is gekomen. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van € 190,00 toegewezen, evenals de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten vergoeden. De kantonrechter heeft de eisende partij erop gewezen dat de dagvaarding niet voldeed aan de wettelijke eisen, maar heeft de mogelijkheid geboden om deze gebreken te herstellen. Het vonnis is uitgesproken door mr. I. de Greef en is uitvoerbaar bij voorraad.