In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over de herziening van het AOW-pensioen. Eiseres ontving aanvankelijk een AOW-pensioen naar de norm van een alleenstaande, maar na het aangaan van een geregistreerd partnerschap met haar ernstig zieke partner, heeft de SVB besloten haar AOW-pensioen te herzien naar de gehuwdennorm. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor duurzaam gescheiden leven, omdat zij tijdelijk bij haar partner woonde om hem te verzorgen.
Eiseres betwistte dit besluit en stelde dat zij en haar partner duurzaam gescheiden leefden, ondanks het geregistreerd partnerschap. De rechtbank heeft in haar overwegingen gekeken naar de definitie van duurzaam gescheiden leven en de omstandigheden waaronder eiseres haar partner verzorgde. De rechtbank oordeelde dat de intentie van eiseres bij het aangaan van het geregistreerd partnerschap niet gericht was op een duurzame samenleving, maar op een zakelijke regeling in verband met de terminale ziekte van haar partner.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de SVB ten onrechte eiseres als gehuwd heeft aangemerkt voor de AOW en heeft het bestreden besluit vernietigd. Eiseres heeft recht op het AOW-pensioen volgens de norm van een alleenstaande. De rechtbank heeft tevens bepaald dat de SVB het griffierecht aan eiseres moet vergoeden.