Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF,
1.[gedaagde]
1.De procedure
- de dagvaarding (met producties 1 tot en met 28),
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, tevens voorwaardelijke en onvoorwaardelijke conclusie van eis in reconventie van [gedaagde] (met producties 1 tot en met 71),
- de conclusie van antwoord van Monticello (met producties 1 tot en met 8), en
- de incidentele conclusie van antwoord van De Ontvanger.
2.De beoordeling in het incident
Volgens [gedaagde] staan de aanslagen waarvoor De Ontvanger verhaal zoekt nog niet onherroepelijk vast. Hij stelt daarnaast dat het geschil thuishoort bij de fiscale rechter.
3.De beoordeling in de hoofdzaak
meervoudigemondelinge behandeling bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen, partijen gelegenheid te geven hun stellingen nader te onderbouwen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
4.De beslissing
20 januari 2021voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden februari 2021 tot en met mei 2021, waarna dag en uur van mondelinge behandeling zullen worden bepaald,