Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De verdere beoordeling
De bewijslevering door [eiser] c.s.
De deskundigenkosten
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 juni 2021 een eindvonnis gewezen na een tussenvonnis van 7 april 2021. Het geschil betreft gebreken aan een werk en de vordering van de eisers, gezamenlijk aangeduid als [eiser] c.s., om schadevergoeding van de gedaagde, [gedaagde]. De eisers hebben de gedaagde in de gelegenheid gesteld om te reageren op hun akte bewijslevering, maar de gedaagde heeft hiervan afgezien. De kantonrechter heeft de bewijslevering van de eisers beoordeeld en vastgesteld dat de deskundigenkosten voor rekening van de eisers komen, in plaats van voor hun verzekeraar. Dit is gebaseerd op de overgelegde polisvoorwaarden die aangeven dat de kosten bij de verzekerde worden verhaald indien er een aansprakelijke partij is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisers erin zijn geslaagd te bewijzen dat de deskundigenkosten van € 1.270,50, vermeerderd met wettelijke rente, toewijsbaar zijn. Daarnaast zijn ook buitengerechtelijke incassokosten van € 284,57 toegewezen, evenals proceskosten die voor rekening van de gedaagde komen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een vervangende schadevergoeding van € 800,00, de deskundigenkosten, de buitengerechtelijke incassokosten, en de proceskosten, met wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vordering voor het overige is afgewezen.