ECLI:NL:RBNHO:2021:9940
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in handhavingsverzoek tegen gemotoriseerd verkeer op fietspad
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn verzoek om handhaving van het gebruik van het fietspad door gemotoriseerd verkeer. Eiser, woonachtig nabij het Rivierenpad in Heerhugowaard, heeft herhaaldelijk zijn bezorgdheid geuit over de onveilige situatie op het fietspad, waar regelmatig scooters en brommers gebruik van maken. Eiser heeft op 22 januari 2021 een handhavingsverzoek ingediend, maar verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard, heeft dit verzoek niet als een besluit aangemerkt, maar als een verzoek om feitelijk handelen, wat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet onder de beroepsmogelijkheden valt.
De rechtbank heeft op 20 oktober 2021 de zaak behandeld en geconcludeerd dat er geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb, waardoor er geen rechtsmiddel openstaat. De rechtbank heeft verwezen naar een eerdere uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin een vergelijkbare situatie werd behandeld. Eiser heeft ook verzocht om de aanleg van een voetpad naast het fietspad, maar ook dit verzoek werd door verweerder niet als een besluit aangemerkt. De rechtbank heeft zich daarom onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep en heeft bepaald dat het griffierecht aan eiser wordt teruggestort.
De uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, en is openbaar uitgesproken op 20 oktober 2021. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.