In deze zaak heeft AirHelp Limited, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Austrian Airlines AG, gevestigd in Wenen, vanwege een vertraging van meer dan 24 uur van een vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst met de vervoerder voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Chişinǎu via Wenen op 18 december 2019. Door de vertraging van vlucht OS372 miste de passagier zijn aansluitende vlucht en arriveerde hij meer dan 24 uur later dan gepland op zijn eindbestemming. AirHelp, die de vordering van de passagier had overgenomen, vorderde compensatie van € 400,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder niet alle redelijke maatregelen heeft genomen om de passagier tijdig naar zijn eindbestemming te vervoeren. De vervoerder betwistte de vordering, maar kon niet overtuigend onderbouwen dat er geen redelijke alternatieve vluchten beschikbaar waren. De kantonrechter oordeelde dat, zelfs als er sprake zou zijn van buitengewone omstandigheden, de vervoerder nog steeds verplicht was om compensatie te betalen omdat hij niet aan zijn zorgplicht had voldaan.
De kantonrechter heeft de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 400,00 aan AirHelp, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de vlucht. Daarnaast zijn de proceskosten aan de kant van AirHelp toegewezen, omdat de vervoerder ongelijk kreeg. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper op 16 november 2022.