ECLI:NL:RBNHO:2022:10838
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve toetsing van (pre)contractuele informatieplichten in consumentenovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 december 2022 uitspraak gedaan in een verstekvonnis. De eisende partij, PHYSIQ B.V., heeft de gedaagde partij gedagvaard, maar deze is niet verschenen. De vordering van de eisende partij was gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek (BW) in acht genomen moesten worden. De kantonrechter heeft ambtshalve moeten toezien op de naleving van deze informatieplichten, ook al was er geen verweer van de gedaagde partij.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet heeft aangetoond dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende informatieplichten. Er was geen concrete toelichting gegeven over de totstandkoming van de overeenkomst, waardoor de kantonrechter niet kon vaststellen dat de gedaagde partij op duidelijke wijze was geïnformeerd. De eisende partij had wel producties overgelegd, maar deze waren niet voldoende om de stellingen te onderbouwen. De kantonrechter benadrukte dat het aan de eisende partij is om aan te geven welke informatie relevant is en niet aan de rechter om dit zelf te achterhalen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de eisen van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en artikel 21 Rv. De vordering is afgewezen en de proceskosten zijn voor rekening van de eisende partij, die tot en met de uitspraak zijn vastgesteld op nihil. De beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter M.M. Kruithof in aanwezigheid van de griffier.