Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
(€ 56,54 x 0,75) toewijsbaar.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 8 december 2022 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de rechtspersoon Coeo Securitisation Ltd., gevestigd te Dublin, Ierland, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard op basis van een overeenkomst op afstand, waarbij de kantonrechter ambtshalve heeft getoetst of de eisende partij heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij voldoende heeft aangetoond dat zij aan de precontractuele informatieplichten heeft voldaan, maar heeft geoordeeld dat de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW niet is nageleefd. De eisende partij heeft een bestelbevestiging overgelegd, maar deze voldeed niet aan de eisen omdat de zogenoemde header ontbrak. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of de e-mail daadwerkelijk was verzonden en naar welk adres.
De kantonrechter heeft, in lijn met de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Hoge Raad, besloten dat de schending van de informatieplichten gevolgen moet hebben. De overeenkomst is gedeeltelijk vernietigd voor 25% van de koopprijs. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 42,41, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde partij ook in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.M. Kruithof en is uitvoerbaar bij voorraad.