ECLI:NL:RBNHO:2022:11351
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering wegens niet-naleving informatieplichten bij overeenkomst tussen handelaar en consument
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 december 2022 uitspraak gedaan in een verstekvonnis. De eisende partij, de burgerlijke maatschap Dierengeneeskundig Orthopedisch Centrum Amsterdam, vertegenwoordigd door MediCas B.V., heeft de gedaagde partij gedagvaard. De gedaagde partij is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek (BW) in acht moeten worden genomen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de op haar rustende informatieplichten. Er is geen concrete toelichting gegeven over de wijze van totstandkoming van de overeenkomst, waardoor de kantonrechter niet kon vaststellen of de gedaagde partij op duidelijke en begrijpelijke wijze de essentiële informatie is verstrekt. De kantonrechter benadrukt dat het niet aan hem is om zelf informatie in het dossier te zoeken; dit is de verantwoordelijkheid van de eisende partij.
De eisende partij heeft ook niet voldaan aan de eisen van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en artikel 21 Rv, die vereisen dat de dagvaarding de eis en de gronden daarvan vermeldt en dat de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid worden aangevoerd. Gezien deze tekortkomingen heeft de kantonrechter de vordering afgewezen en de proceskosten voor rekening van de eisende partij gesteld, die tot en met de uitspraakdatum op nihil zijn vastgesteld. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.