ECLI:NL:RBNHO:2022:11513
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Toetsing van (pre)contractuele informatieplichten in consumentenovereenkomsten
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 december 2022 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen de vennootschap Coeo Securitisation Limited, gevestigd te Dublin, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten die voortvloeien uit Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek. Deze informatieplichten zijn van belang ter bescherming van de consument bij het sluiten van overeenkomsten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet expliciet en duidelijk heeft aangegeven welke informatie uit de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek op welke manier is verstrekt aan de gedaagde partij. Dit gebrek aan onderbouwing heeft geleid tot de conclusie dat de vordering van de eisende partij moet worden afgewezen. De kantonrechter heeft daarbij verwezen naar eerdere rechtspraak, waaronder een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 26 oktober 2022, waarin soortgelijke tekortkomingen zijn vastgesteld.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de eisende partij de proceskosten moet vergoeden, die zijn vastgesteld op nihil voor de gedaagde partij, aangezien deze niet is verschenen. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen en de eisende partij niet in de gelegenheid gesteld om haar vordering alsnog nader toe te lichten, conform het Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton.