ECLI:NL:RBNHO:2022:11707

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
AWB - 20 _ 2130
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Indeling van glazen waxinelichthouders en verzoek om terugbetaling van douanerechten

In deze zaak gaat het om de indeling van glazen waxinelichthouders voor douanedoeleinden. Eiseres, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats], heeft in 2015 aangifte gedaan voor de douaneregeling 'in het vrije verkeer brengen' en heeft in 2018 een verzoek tot terugbetaling van € 1.012,68 aan douanerechten ingediend. De inspecteur van de Belastingdienst/Douane heeft dit verzoek afgewezen, evenals het bezwaar dat eiseres hiertegen indiende. De rechtbank heeft op 6 december 2022 de zaak behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door [gemachtigde] en de verweerder door mr. [inspecteur] en mr. [inspecteur 1]. Tijdens de zitting zijn twee waxinelichthouders bekeken die door eiseres waren meegenomen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de indeling van de goederen in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) in geschil is. Eiseres stelt dat de goederen moeten worden ingedeeld onder GN-code 9505 1010 10 als kerstfeestartikelen, terwijl verweerder vasthoudt aan de aangifte onder GN-code 7013 9900 90, ander glaswerk. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de goederen bij invoer de door haar voorgestane indeling rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat de uiterlijke verschijningsvorm van de waxinelichthouders ten tijde van de invoer onduidelijk is en dat eiseres niet heeft bewezen dat de goederen behoren te worden ingedeeld onder de door haar voorgestane goederencode.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 21 december 2022.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: HAA 20/2130

uitspraak van de meervoudige douanekamer van 21 december 2022 in de zaak tussen

[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres,

(gemachtigde: [gemachtigde] )
en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Arnhem, verweerder.

Inleiding

Dit beroep gaat over de indeling van glazen waxinelichthouders.
Bij beschikking van 27 juni 2019 heeft verweerder het verzoek van eiseres om terugbetaling van een bedrag van € 1.012,68 betaalde douanerechten afgewezen.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 2 maart 2020 het daartegen gemaakte bezwaar van eiseres afgewezen.
Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft een nader stuk met bijlagen ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 december 2022. Eiseres is vertegenwoordigd door [gemachtigde] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [inspecteur] en mr. [inspecteur 1]
Ter zitting heeft de rechtbank twee door eiseres meegenomen waxinelichthouders bekeken. Deze zijn aan de rechtbank overgelegd.

Feiten

1. Op 17 november 2015 heeft eiseres via haar directe vertegenwoordiger aangifte gedaan tot plaatsing onder de douaneregeling ‘in het vrije verkeer brengen’ op IMA-nummer [Ima nummer] met de volgende gegevens:
Goederenomschrijving Ander glaswerk
Goederencode 7013 9900 90
Douanewaarde € 12.201,00
Land van uitvoer China
In de uitnodiging tot betaling van 17 november 2015 die op basis van deze aangifte aan eiseres is toegezonden is een bedrag van € 1.342,11 aan verschuldigd douanerecht vermeld (11% van de douanewaarde).
2. Eiseres heeft op 15 november 2018 een verzoek tot terugbetaling van € 1.012,68 aan douanerecht gedaan. In het verzoek zijn de goederen omschreven als “een glazen kaarsenhouder met daarbij geleverd een waxine lichtje. Het glas is van zgn melkglas en specifiek qua maat geschikt voor een waxine licht.. Dergelijke artikelen worden m.i. ingedeeld onder niet electrische verlichtingstoestellen, zijnde 94055000, belast met 2,7%.” Bij haar verzoek heeft eiseres een print overgelegd van de site “ [hyperlink] ”, gedateerd 14 november 2018. Daarop staat “Glazen kaarsenhouder met kerstdecoratie 5039” en onder de kolom “artikel kleur code”: 5039-002 (wit) onderscheidenlijk 5039-008 (rood), met foto’s van houders, namelijk een grotere foto van een houder met daarop een afbeelding van een rendier en hartjes, met een afbeelding van een waxinelicht ernaast, en kleinere foto van diezelfde houder en van een donkerder houder met afbeeldingen van onder andere een dennenboom en sterren, beide houders met een afbeelding van een waxinelicht ernaast. Ook heeft zij overgelegd een bindende tariefinlichting (BTI) over een “Metall-Kerzenständer” en een BTI over een “Ljusstake/värmeljushållare Icke elektrisch belyningsartikel”. Ten derde heeft zij overgelegd een
commercial invoicevan 10 oktober 2015, waarop als
description of goodsstaat aangegeven 503902 (WHITE) en 503908 (RED).
3. Op 12 juni 2019 heeft verweerder eiseres in kennis gesteld van zijn voornemen om het verzoek af te wijzen. Daarbij heeft verweerder aangegeven dat de goederen – overeenkomstig de gedane aangifte – als glaswerk ingedeeld dienen te worden onder goederencode 7013 9900 90, ander glaswerk. Eiseres is daarbij in de gelegenheid gesteld om binnen 30 dagen na dagtekening op dit voornemen te reageren.
4. Op 18 juni 2019 heeft eiseres op het voornemen gereageerd. In deze reactie geeft zij aan dat zij het gezien Verordening 774/2011 en toelichting 18 EG op post 9405 met verweerder eens is dat de voorgestelde indeling onder goederencode 9405 5000 90 niet mogelijk is. Eiseres is echter van mening dat de goederen moeten worden ingedeeld onder goederencode 9505 1010 00, namelijk als kerstfeestartikelen. Eiseres baseert dit standpunt op de Toelichting 2 EG op post 9505 en de uitspraak van de Hoge Raad van 10 april 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI0577.
5. Bij haar bezwaarschrift tegen de afwijzing van haar verzoek tot terugbetaling heeft eiseres het standpunt herhaald dat de goederen moet worden ingedeeld als kerstfeestartikelen, dus onder goederencode 9505 1010 10. Zij heeft daarbij overgelegd een print van de site “ [hyperlink 1] ”, gedateerd 7 augustus 2019, met daarop onder andere de tekst “Glazen kaarsenhouder met kerstdecoratie” en gedeeltelijk over de daaronder opgenomen tekst een uitvergrote afbeelding van een lichte houder met daarop een afbeelding van een rendier en hartjes, in een verpakking met lint in een strik.
6. Op 22 januari 2020 is eiseres gehoord naar aanleiding van het ingediende bezwaar. Van dit gesprek is een verslag gemaakt waarmee eiseres heeft ingestemd. Bij de hoorzitting heeft eiseres twee monsters laten zien van glazen waxinelichtjeshouders versierd met rendierfiguren, kerstballen en dennenbomen met de tekst ‘Merry Christmas’ erop, verpakt in een folie, afgesloten met een lint. Ter hoorzitting heeft eiseres herhaald dat de houders moeten worden ingedeeld als kerstfeestartikelen, onder goederencode 9505 1010 10.

Geschil

7. In geschil is de indeling van de door eiseres aangegeven goederen in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN).
8. Eiseres verdedigt de indeling onder GN-code 9505 1010 10 en verwijst daarbij naar de op de waxinelichthouders geprinte tekst ‘Merry Christmas’ in combinatie met de afbeeldingen op de houder. Bij haar beroepschrift heeft eiseres twee
sales confirmationsovergelegd van – volgens haar – willekeurige orders waaruit volgens haar blijkt dat item 5039 een “
decorated glas with tealight” betreft.
9. Verweerder houdt vast aan de in de aangifte vermelde GN-code 7013 9900 90. Verweerder betoogt dat geen zekerheid bestaat over de bedrukking van de houders ten tijde van de invoer. Dit omdat uit informatie op internet blijkt dat wanneer gezocht wordt op glazen kaarsenhouders met artikelnummer 5039, de productinformatie het glaswerk laat zien dat overeenstemt met hetgeen eiseres bij haar verzoek om teruggave en het bezwaarschrift heeft overgelegd, maar dat daar soms bij vermeld staat dat het glaswerk zonder versiering kan worden gekocht of dat elke gewenste versiering mogelijk is. Daarbij voert verweerder aan dat op de website van eiseres staat vermeld dat zij haar producten zelf bedrukt. Volgens verweerder heeft eiseres niet aangetoond of en, zo ja, welke versiering op het glaswerk aangebracht was dat zij op 17 november 2015 in de douaneaangifte heeft opgegeven.

Beoordeling door de rechtbank

10. De rechtbank beoordeelt onder welke code van de GN de goederen moeten worden ingedeeld. Om dit te kunnen beoordelen, dient voldoende zekerheid te bestaan over het uiterlijk van de goederen ten tijde van de invoer.
11. De wettelijke verschuldigdheid van bij uitnodiging tot betaling geheven rechten kan worden betwist door binnen drie jaar te verzoeken deze terug te betalen. Dit heeft eiseres gedaan. Voor het antwoord op de vraag of de geheven rechten wettelijk zijn verschuldigd is een redelijke verdeling van de bewijslast het uitgangspunt (zie het arrest van de Hoge Raad van 30 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3178).
12. Eiseres wil afwijken van de door haar opgegeven goederencode bij invoer. Zij heeft een verzoek om terugbetaling gedaan bijna drie jaar nadat de invoer heeft plaatsgevonden. Bij de invoer zijn de goederen niet specifiek gecontroleerd, er zijn geen monsters genomen en er is geen nader onderzoek gedaan naar de goederen. Onder deze omstandigheden brengt een redelijke verdeling van de bewijslast naar het oordeel van de rechtbank mee dat het op de weg van eiseres ligt de door haar gestelde en door verweerder gemotiveerd betwiste eigenschappen en uiterlijke verschijningsvorm van de ingevoerde goederen aannemelijk te maken.
13. Eiseres heeft de goederen aangegeven als “ander glaswerk”, goederencode 7013 9900 90. De overgelegde informatie geeft geen uitsluitsel over de afbeeldingen op het glaswerk op het moment van invoer. Uit de informatie blijkt niet dat sprake is van afbeeldingen op het glaswerk, óf de informatie is niet van de datum van invoer, 17 november 2015. De
commercial invoicevan 10 oktober 2015, die eiseres bij haar verzoek om terugbetaling heeft gevoegd, geeft als omschrijving van de goederen slechts een nummer en een kleur en beschrijft niet dat er een afbeelding op het goed staat. De
sales confirmationsdie eiseres bij haar beroepschrift heeft overgelegd, zijn van 24 april 2015 en 5 mei 2019, dus niet van de datum van invoer, en verwijzen slechts naar “decorated glas” zonder verdere verduidelijking van het soort decoratie. De schermafdruk van het “Kaarsje in glas”, van 23 oktober 2020, die eiseres heeft overgelegd bij haar beroepschrift, kan evenmin als bewijs van de afbeelding dienen, want is van (veel) later datum, nog ervan afgezien dat achter branche/patroon “WINTER” staat geschreven. Op geen van de door eiseres overgelegde afbeeldingen blijkt dat de tekst “Merry Christmas” op de houder staat. De rechtbank constateert verder dat de door eiseres ter zitting overgelegde waxinelichthouders niet identiek zijn aan de in het dossier opgenomen afbeeldingen van houders. Bij de overgelegde witte houder staan hartjes rondom de rendieren op een andere plaats. Bij de overgelegde rode houder staat een extra hartje onder het vogeltje linksonder en is de positionering van de afbeeldingen iets hoger op het glaswerk. Aan het feit dat op deze overgelegde houders in kleine letters de tekst “Merry Christmas” is opgenomen, hecht de rechtbank daarom geen enkele betekenis.
14. Kortom: de uiterlijke verschijningsvorm van de waxinelichthouders ten tijde van de invoer is onduidelijk. Niet zeker is of er bij invoer afbeeldingen op het glaswerk stonden, en voor zover dat zou kunnen worden aangenomen, is niet zeker welke afbeelding er op het glaswerk zou hebben gestaan, laat staan dat op het glaswerk de tekst “Merry Christmas” zou zijn opgenomen. Eiseres heeft niet bewezen wat de uiterlijke verschijningsvorm van de houders ten tijde van de invoer was. Eiseres is er aldus niet in geslaagd feiten en omstandigheden aannemelijk te maken waaruit volgt dat de door haar op 17 november 2015 aangegeven goederen behoren te worden ingedeeld onder de door haar voorgestane goederencode.
15. Gelet op het vorenstaande dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
16. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. dr. C.A. Schreuder, voorzitter, en dr. mr. C. Maas en
mr. K. Idsinga-Schellaars, leden, in aanwezigheid van E.H. Mazel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022.
De griffier, De voorzitter,
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroepEen partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de douanekamer van het gerechtshof Amsterdam waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Amsterdam vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.