Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige douanekamer van 21 december 2022 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres,
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Arnhem, verweerder.
Inleiding
Feiten
commercial invoicevan 10 oktober 2015, waarop als
description of goodsstaat aangegeven 503902 (WHITE) en 503908 (RED).
Geschil
sales confirmationsovergelegd van – volgens haar – willekeurige orders waaruit volgens haar blijkt dat item 5039 een “
decorated glas with tealight” betreft.
Beoordeling door de rechtbank
commercial invoicevan 10 oktober 2015, die eiseres bij haar verzoek om terugbetaling heeft gevoegd, geeft als omschrijving van de goederen slechts een nummer en een kleur en beschrijft niet dat er een afbeelding op het goed staat. De
sales confirmationsdie eiseres bij haar beroepschrift heeft overgelegd, zijn van 24 april 2015 en 5 mei 2019, dus niet van de datum van invoer, en verwijzen slechts naar “decorated glas” zonder verdere verduidelijking van het soort decoratie. De schermafdruk van het “Kaarsje in glas”, van 23 oktober 2020, die eiseres heeft overgelegd bij haar beroepschrift, kan evenmin als bewijs van de afbeelding dienen, want is van (veel) later datum, nog ervan afgezien dat achter branche/patroon “WINTER” staat geschreven. Op geen van de door eiseres overgelegde afbeeldingen blijkt dat de tekst “Merry Christmas” op de houder staat. De rechtbank constateert verder dat de door eiseres ter zitting overgelegde waxinelichthouders niet identiek zijn aan de in het dossier opgenomen afbeeldingen van houders. Bij de overgelegde witte houder staan hartjes rondom de rendieren op een andere plaats. Bij de overgelegde rode houder staat een extra hartje onder het vogeltje linksonder en is de positionering van de afbeeldingen iets hoger op het glaswerk. Aan het feit dat op deze overgelegde houders in kleine letters de tekst “Merry Christmas” is opgenomen, hecht de rechtbank daarom geen enkele betekenis.
Beslissing
mr. K. Idsinga-Schellaars, leden, in aanwezigheid van E.H. Mazel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022.