ECLI:NL:RBNHO:2022:11945

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
6 januari 2023
Zaaknummer
10224080 \ CV EXPL 22-7044
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een vordering tot betaling in een consumentenzaak met ambtshalve toetsing van informatieplichten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 december 2022 een verstekvonnis gewezen in een consumentenzaak. De eisende partij, Logicx Mobiliteit B.V., heeft de gedaagde partij gedagvaard, maar deze is niet verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 118,52, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij de handelaar moet voldoen aan de wettelijke informatieplichten zoals vastgelegd in artikel 6:230l van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of aan deze informatieplichten was voldaan, ook al was er geen verweer van de gedaagde partij.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisende partij voldoende duidelijk heeft toegelicht dat zij aan de informatieplichten heeft voldaan. De vordering werd niet onrechtmatig of ongegrond geacht en werd daarom toegewezen. Ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente werden toegewezen, omdat deze eveneens niet onrechtmatig of ongegrond voorkwamen. De gedaagde partij werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten vergoeden. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van in totaal € 158,52, te vermeerderen met wettelijke rente, en heeft de proceskosten vastgesteld op € 272,22, inclusief dagvaardingskosten, griffierecht en salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10224080 \ CV EXPL 22-7044
Uitspraakdatum: 21 december 2022
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Logicx Mobiliteit B.V.
gevestigd te Apeldoorn
de eisende partij
gemachtigden: De Klerk Vis Niekus Gerechtsdeurwaarders en Incasso
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 118,52, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
2.2.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, anders dan een overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte gesloten. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikel 6:230l aanhef en onder a, b, c, d en f van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de eisende partij voldoende duidelijk toegelicht dat zij bij het sluiten van de overeenkomst aan de informatieplichten van artikel 6:230l BW heeft voldaan.
2.4.
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt daarom toegewezen.
2.5.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente worden eveneens toegewezen, omdat ook deze vorderingen de kantonrechter ook niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen.
2.6.
De gedaagde partij wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 158,52, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 118,52 vanaf de vervaldag van de ingebrekestelling tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 107,22 wegens dagvaardingskosten,
€ 128,00 wegens griffierecht en
€ 37,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter