Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde/eiser1] ,
[gedaagde/eiser2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 november 2021 met producties;
- de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke eis in reconventie met producties van de zijde van [gedaagde/eiser1] ;
- het tussenvonnis van 16 maart 2022, waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- de mondelinge behandeling van 23 september 2022, waarvan door de griffier aantekeningen zijn bijgehouden en waarbij namens [eiser/verweerder] pleitaantekeningen zijn overgelegd.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
Lening”. Tussen [eiser/verweerder] en [A.] heeft op 8 juli 2020 een WhatsApp-conversatie plaatsgevonden, met de volgende inhoud (waarbij [A.] is aangeduid als “
[A.]”):
achterstallig levensonderhoud”. In een WhatsApp-bericht van diezelfde datum schrijft [eiser/verweerder] : “
Bedankt voor de poen”, waarop [A.] heeft geantwoord: “
Komt nog meer”.
(…) Voor zover ik kan vinden, zie onder Europesche richtlijnen kan je de Rolex, binnen 14 dagen annuleren. Je hebt 14 dagen bedenktijd, kan de aanbetaling ongedaan maken en de wil tot aankoop annuleren, (…).”
4.Het geschil
in conventie
5.De beoordeling
met [A.]. [eiser/verweerder] neemt tot slot evenmin stellingen in die de indruk kunnen wekken dat hij betoogt dat [gedaagde/eiser1] met hun privévermogen aansprakelijk zijn.
“alles bij elkaar[gaat]
grabbelen”en dat [eiser/verweerder] “
nog wel week geduldig[moet]
wachten op geld voor de aanbetaling”.Vervolgens heeft [eiser/verweerder] aan [A.] gevraagd om
“een overzichtje[te]
sturen op welke data en hoeveel geld je mij kan geven (…)”.Deze afspraken wijzen er op dat de afspraak tussen partijen inhield dat met de uitvoering van de schenking vrijwel direct (binnen één week na 3 oktober 2020) door [A.] zelf (en dus niet pas door haar executeurs) zou worden gestart.
achterstallig levensonderhoud” maar uit de stellingen van beide partijen begrijpt de rechtbank dat dergelijke betalingen van [A.] aan [eiser/verweerder] voor levensonderhoud niet gebruikelijk waren. Gelet op de datum van de betaling (drie dagen na het sluiten van de schenkingsovereenkomst) en de omvang van het bedrag (exact het bedrag van de door [eiser/verweerder] voldane aanbetaling van € 5.000,-) is voldoende aangetoond dat die betaling een uitvoeringshandeling van de schenking betrof. Daarbij heeft [A.] bovendien in een bericht van 6 oktober 2020 geschreven: “
Komt nog meer”. Ook hierin leest de rechtbank bevestiging dat het de partijbedoeling was dat de schenking niet pas na overlijden zou worden uitgevoerd.
willenherroepen. Dat kan immers worden afgeleid uit onder meer de e-mail van 12 oktober 2020 (geciteerd in 3.11 van dit vonnis), waarin [A.] (nadat zij de relatie met [eiser/verweerder] had beëindigd) [eiser/verweerder] adviseert om de aankoop van het horloge bij de verkoper te annuleren. Of [A.] daadwerkelijk de schenking heeft willen herroepen kan echter verder in het midden blijven, gelet op het navolgende.
- ernstig ziek was, zich in haar laatste levensfase bevond en veel moest regelen;
- niet gesteund werd door [eiser/verweerder] , maar door [eiser/verweerder] juist onder druk werd gezet om tot schenking van het horloge over te gaan;
- medicatie gebruikte voor pijnbestrijding en aangaf erg moe te zijn, waardoor zij zaken niet altijd meer kon overzien.
“Leg morgen maar uit van die Rolex. Drinkt niet meer door”) en dat zij moe is (“
Of we doen dat morgen. Ogen vallen dicht”). Aan het verzoek van [A.] om de volgende dag verder te praten over het horloge heeft [eiser/verweerder] echter kennelijk gehoor gegeven: de schenkingsovereenkomst is immers pas twee dagen later tot stand gekomen, op 3 oktober 2020. Dat op dat moment sprake was van een abnormale geestestoestand van [A.] en dat [eiser/verweerder] daarvan misbruik heeft gemaakt, is door [gedaagde/eiser1] onvoldoende concreet toegelicht. Hierbij weegt de rechtbank ook mee dat [gedaagde/eiser1] niet hebben toegelicht welke invloed de medicatie en/of pijnbestrijding op de oordeelsvorming van [A.] hebben gehad en dat [gedaagde/eiser1] ook zelf onderkennen dat [A.] (over het algemeen) heel goed wist wat zij deed.
- dagvaardingskosten: € 242,78;
- griffierecht: € 952,-;
- salaris advocaat: