Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
hoofdzaak) van
eerste vrijwaringszaak) van
tweede vrijwaringszaak) van
1.De zaak in het kort
2.De procedure
in de hoofdzaak
- de dagvaarding van 14 januari 2021 met producties en de herstelexploten van 2 februari 2021;
- de vonnissen in incident van 28 april 2021 en 23 juni 2021, waarbij de incidentele vorderingen tot oproeping in vrijwaring zijn toegewezen, en de daarin genoemde stukken in de incidenten;
- de conclusie van antwoord van SCI met producties;
- de conclusie van antwoord met BK met producties;
- de conclusie van antwoord van Neptune met producties;
- de conclusie van antwoord van BBN met producties;
- de conclusie van antwoord van MNE met producties;
- het tussenvonnis van 3 november 2021, waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- de conclusie van repliek van de Gemeente met producties;
- de conclusie van dupliek van Neptune;
- de conclusie van dupliek van SCI met één productie;
- de conclusie van dupliek van BBN;
- de conclusie van dupliek van BK;
- de conclusie van dupliek van MNE.
- de dagvaarding van 31 mei 2021 met producties van Neptune;
- de conclusie van antwoord in vrijwaring tevens conclusie van eis in reconventie met producties van SCI;
- het tussenvonnis van 3 november 2021, waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties van Neptune.
- de dagvaarding van 31 mei 2021 en de akte overlegging producties van SCI;
- de conclusie van antwoord van Neptune;
- de verwijzing naar de parkeerrol ten aanzien van gedaagden sub 2 tot en met 4.
3.De feiten
in the amount of 2.000 tonnes under the road and 9.000 tonnes under the parking garage.
and the Buyer have the intention to sell the granulated debris referred to in clause 1.3 of this Schedule 3 within one year after the excavation has started. Except for the costs related to the selling or deportation of this granulated debris the Vendor shall defend and keep indemnified and hold harmless the Buyer for any claims, damages, costs and losses relating to the granulation and the storage of this debris.
We will provide the granulate as agreed with the necessary certificates. The location you have pointed out in December is not sufficient to store the 11.000 tons, the is not enough space.
In response to the mail below, we can tell you were to put the granulate. We prefer not on our site of Phase one, ore Phase 2, but if needed, see attached drawing. We had a site on the former drawing, now also we think it is possible on the site of Phase 2, at the former pond. But please put it on plastic, so not to mix with the soil below.”
Bij inspectie op locatie wordt direct duidelijk dat een zeer hoge terp granulaat is opgeworpen. De terp lijkt een hoogte van minimaal 8 m te hebben. Aan de zijde van de belending waar schade is opgetreden is de terp reeds deels verwijderd.
Oorzaak van de opgetreden schade:
- Door het aanbrengen van een zeer grote hoeveelheid puingranulaat van 11000 ton, met hoogtes tot ca. 8 a 9 meter boven maaiveld is er een grote verticale belasting op de ondergrond ontstaan.De verticale belasting is: ca 8 a 9 * 18,0 kN/m3 = 144 a 162 kN/m2, hou aan: 150 kN/m2;
- Deze verticale belasting heeft tot een forse horizontale belasting geleid op de fundering en de palen;
- Deze horizontale krachten hebben er toe geleid dat de funderingsbalken, delen van de gevel en zelfs het hele gebouw horizontaal zijn verschoven en vervormd.”
22 oktober 2018 heeft de Gemeente het rapport van Pieters Bouwtechniek doorgestuurd aan BBN, BK, SCI en Neptune en hen in de gelegenheid gesteld de situatie ter plaatse zelf te inspecteren.
Het aangehouden volumiek gewicht leidt in combinatie tot het aangebrachte oppervlak tot een maximale hoogte van het granulaat van 3m.
4.Het geschil
in de hoofdzaak
- al hetgeen waartoe Neptune als gedaagde in de hoofdzaak en eventuele daaruit voortvloeiende procedures ten gunste van de Gemeente mocht worden veroordeeld, met inbegrip van rente en kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- alle aan de zijde van Neptune gemaakte en te maken kosten van verweer binnen en buiten de hoofdzaak en eventuele daaruit voortvloeiende procedures, nader op te maken bij staat en te vermeerderen met de wettelijke rente;
- de kosten van de vrijwaringszaak aan de zijde van Neptune, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
5.De beoordeling
in de hoofdzaak
- BBN heeft onrechtmatig gehandeld in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW), omdat zij onvoldoende zorgvuldigheid in acht heeft genomen bij de opslag c.q. de aanwijzing van de opslaglocatie van het granulaat. BBN heeft blijkens de e-mail van 8 juni 2018 de opslaglocatie aangewezen. Het had op de weg van BBN gelegen om eerst onderzoek te doen naar de risico’s voor omliggende percelen. Op grond van de grote gewichtsbelasting en de opgetreden schade, in combinatie met de specifieke taak, locatiekeus en deskundigheid van BBN is voorshands een vermoeden van onbehoorlijke taakvervulling gerechtvaardigd.
- MNE heeft de opslag van het granulaat uitgevoerd, althans heeft daarvoor materieel en personeel aangeleverd. Als uitvoerende partij heeft zij een gevaarlijke situatie in het leven geroepen voor omliggende panden, welk risico zich heeft verwezenlijkt in schade aan het raadhuis. MNE heeft nagelaten onderzoek te doen naar de mogelijke gevolgen van de opslag van het granulaat en daarmee onzorgvuldig gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW.
- BK heeft als deskundig geotechnisch adviseur gewerkt in opdracht van SCI. Zij is nauw betrokken geweest bij de realisatie van het outletcentrum en de opslag van het granulaat. Daarom lag het op haar weg onderzoek te doen naar de risico’s van die opslag en voorzorgsmaatregelen te treffen. Omdat BK dat heeft nagelaten is zij aansprakelijk.
Deze horizontale krachten hebben er toe geleid dat de funderingsbalken, delen van de gevel en zelfs het hele gebouw horizontaal zijn verschoven en vervormd”. Hieruit blijkt dat deze deskundige een oordeel heeft gegeven over de oorzaak van de schade aan het raadhuis die verder gaat dan enkele aannemelijkheid, zoals SCI ten onrechte stelt.
met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vast[staat]
dat er een causaal verband is tussen de schade aan het pand en het aanleggen van de granulaat terp”.Een verdergaande zekerheid over het causaal verband is niet vereist.
minimaal 8 m” respectievelijk “
ca. 8 a 9 meter boven maaiveld” (zie alinea’s 3.14 en 3.15 van dit vonnis). Deze verklaringen zijn gebaseerd op eigen waarnemingen van ir. Leguijt (Pieters Bouwtechniek) en ing. Loonen (ABT). Ter zitting heeft ir. Leguijt van Pieters Bouwtechniek daaraan toegevoegd dat hij de hoogte van de terp zelf heeft ‘gezicht’, in verhouding tot de hoogte van de naastgelegen aanbouw van het raadhuis die een hoogte heeft van ongeveer 8 meter.
- de partij granulaat van 11.000 ton eigendom is (geworden) van Neptune, die het wilde hergebruiken bij de nieuwbouw van het outletcentrum;
- Neptune als eigenaar van de grond een (bijzondere) zorgplicht had tegenover de eigenaar van een belendend perceel (de Gemeente);
- SCI slechts is opgetreden als producent/leverancier van het granulaat aan Neptune, die daarvoor de locatie heeft aangewezen via BBN;
- Neptune aansprakelijk is voor het handelen van BBN (artikel 6:171 BW).
- volgens SCI - BK en Neptune en haar adviseurs Fugro, Van Rossum en BBN) over specifieke geotechnische deskundigheid en kennis beschikten.
- Voorzover SCI stelt dat de door BBN aangewezen plek niet groot genoeg was om het granulaat op te slaan op een wijze die niet tot schade aan het raadhuis zou leiden (dus met een maximale hoogte van 3,0 meter volgens het rapport van Crux), geldt dat SCI ook dat betoog niet heeft onderbouwd. Zij heeft immers niets gesteld over de oppervlakte van de aangewezen locatie, die volgens (de weergave door de Gemeente van) het rapport van Crux een afmeting had van 42 bij 45 meter. SCI heeft de juistheid daarvan niet weersproken.
- Voorzover zij stelt dat óók als de terp een hoogte had van minder dan drie meter de schade zou zijn opgetreden, heeft zij dat betoog onvoldoende toegelicht, gelet op (de weergave door de Gemeente van) het rapport van Crux, waarop SCI zelf een beroep doet.
€ 1.689,--(3 punten x tarief € 563,-)
€ 1.689,--(3 punten x tarief € 563,-)
€ 1.126,- aan salaris advocaat (2 punten x tarief € 563,-).