Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
(…)Verbouwing zonder aanvraag/toestemming
(…) Op 11 november jl. heb ik een brief ontvangen vanuit stichting De Key. In deze brief ben ik gewezen op de aanpassingen die ik in de woning op [adres] heb aangebracht. Voor deze aanpassingen is toestemming vereist vanuit de woonstichting. De aanvraag heb ik destijds per post verstuurd. Gezien het feit dat ik hier verder niets meer van vernomen heb, ging ik er vanuit dat het in orde was. Na het ontvangen van deze brief ben ik tot de veronderstelling gekomen dat dit niet zo is. Daarom wil ik middels deze brief toestemming vragen voor de aanpassingen van de woning aan dit adres.(…)”
(…) Uit de brief heb ik begrepen dat voor deze aanpassingen een fysieke controle vereist is. Mijn vermoeden is dat de aanpassingen dan nog niet zijn afgerond. De verwachting is dat de aanpassingen begin januari zijn voldaan. Echter wil ik u uitnodigen vóór 1 december om te aanpassingen te beoordelen, tenzij u van mening bent dat de beoordeling in januari dient plaats te vinden. (…)”
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
iederetekortkoming in de nakoming”) is ontbinding vervolgens in beginsel mogelijk.