In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 februari 2022 uitspraak gedaan over het verzoek tot wijziging van de geslachtsaanduiding in de geboorteakte van een verzoeker die zich identificeert als non-binair. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, ondanks het verweer van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, die aanvoerde dat de huidige wetgeving geen ruimte biedt voor een non-binaire geslachtsregistratie. De rechtbank oordeelde dat er een ongerechtvaardigd onderscheid wordt gemaakt tussen personen die zich identificeren met het andere geslacht en non-binaire personen, en dat de wetgever de ontwikkelingen in de rechtspraak moet afwachten. De rechtbank benadrukte het belang van juridische erkenning van genderidentiteit en oordeelde dat de ambtenaar de geboorteakte moest aanpassen door het geslacht van de verzoeker te wijzigen naar 'X'. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 1:28a tot en met c van het Burgerlijk Wetboek en op het recht op privéleven zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank concludeerde dat de huidige wetgeving niet voldoet aan de behoeften van non-binaire personen en dat er een dringende noodzaak is voor de wetgever om deze kwestie te adresseren.