ECLI:NL:RBNHO:2022:2977
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Vernietiging kredietovereenkomst wegens oneerlijke handelspraktijk en onvoldoende informatieverstrekking
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 januari 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Kedin Consumenten Financieringen B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij had een vordering ingesteld op basis van een kredietovereenkomst. In een eerder tussenvonnis van 28 juli 2021 was de eisende partij in de gelegenheid gesteld om haar vordering nader toe te lichten, wat zij op 25 augustus 2021 heeft gedaan. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis overwogen dat de kredietovereenkomst onder de bepalingen van titel 7:2A van Boek 7 BW valt en dat de eisende partij niet voldoende informatie heeft verstrekt aan de gedaagde partij over de kosten van het krediet en zijn herroepingsrecht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij weliswaar een kredietwaardigheidstoets heeft uitgevoerd, maar dat de informatie over de kosten van het krediet onjuist was. De kredietovereenkomst is vernietigd omdat de gedaagde partij niet op duidelijke wijze is geïnformeerd over de kosten en de afbetalingstermijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het enkel aanvinken van een link naar de algemene voorwaarden niet volstaat en dat de eisende partij in gebreke is gebleven bij het verstrekken van essentiële informatie.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de eisende partij afgewezen en deze in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van transparante informatieverstrekking in kredietovereenkomsten en de bescherming van consumenten tegen oneerlijke handelspraktijken.