ECLI:NL:RBNHO:2022:4461
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling kinderopvangtoeslag en tijdige besluitvorming door de Belastingdienst
Op 23 mei 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, die een herbeoordeling van haar kinderopvangtoeslag had aangevraagd, en de Belastingdienst/Toeslagen als verweerder. Eiseres had op 15 januari 2021 een verzoek tot herbeoordeling ingediend, maar de Belastingdienst had niet tijdig beslist. Eiseres stelde dat de Belastingdienst in gebreke was en had op 14 februari 2022 een ingebrekestelling verzonden. De rechtbank oordeelde dat het beroep van eiseres gegrond was, omdat de Belastingdienst niet binnen de wettelijk vereiste termijn had beslist.
De rechtbank overwoog dat de Belastingdienst meer dan voldoende tijd had gehad om de situatie van eiseres te beoordelen en dat er geen reden was om een langere termijn voor het nemen van een besluit te geven. De rechtbank droeg de Belastingdienst op om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, tot een maximum van € 15.000. Daarnaast moest de Belastingdienst het door eiseres betaalde griffierecht van € 50 vergoeden en de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 379,50 betalen.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige besluitvorming door bestuursorganen en de rechten van burgers om in beroep te gaan wanneer er niet tijdig op hun verzoeken wordt beslist. De rechtbank bevestigde dat de prikkel van een dwangsom van € 100 per dag voldoende is om de Belastingdienst aan te sporen tot tijdige besluitvorming.