Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 december 2021
- de conclusie van antwoord van 2 februari 2022
- het tussenvonnis van 9 februari 2022
- de schriftelijke reactie voor mondelinge behandeling van Achmea van 19 april 2022
- de mondelinge behandeling op 19 april 2022 waar Achmea en haar advocaten mr. Nelissen en mr. Bouwman zijn verschenen. [V] was niet aanwezig. Namens [V] was mr. S.N. van Meijl aanwezig, die een pleitnota heeft overgelegd en voorgedragen.
2.De feiten
inleiding
3.De vordering
4.De beoordeling
algemeneverjaringsregeling. In de zaak tussen Achmea en [V] gaat het echter om de
bijzondereverjaringsregeling in geval van een strafbaar feit. De wetgever heeft hierbij rekening gehouden met het feit dat deze bijzondere regeling een inbreuk kan maken op het belang dat een schadeveroorzaker heeft bij het zo spoedig mogelijk instellen van een vordering. De belangen van het slachtoffer wegen naar het oordeel van de wetgever echter zwaarder.
2.220,00(2,0 punt × tarief € 1.110,-)