Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van 3 maart 2022 in de zaak tussen
[verzoeker 2], te [woonplaats], verzoekers
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, de burgemeester van de gemeente Velsen, hebben een last onder bestuursdwang opgelegd gekregen om hun woning te sluiten voor de duur van zes maanden vanwege de aantreffen van een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs en verboden wapens in de woning. De sluiting was gebaseerd op artikel 13b van de Opiumwet en het Damoclesbeleid van de gemeente Velsen. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 17 februari 2022 is het verzoek behandeld, waarbij de voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de sluiting van de woning noodzakelijk was ter bescherming van de openbare orde, gezien de ernst van de overtredingen en de aangetroffen hoeveelheid drugs. De voorzieningenrechter heeft echter ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verzoekers, waaronder hun medische situatie en het feit dat zij geen vervangende woonruimte hebben. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter besloten het primaire besluit te schorsen tot de beslissing op bezwaar, omdat het belang van verzoekers om in de woning te blijven zwaarder weegt dan het belang van de burgemeester om tot sluiting over te gaan. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoekers.