Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2022 in de zaak tussen
de invorderingsambtenaar van de gemeente Hoorn, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Vermindering
€ 0,00
Geschil7. In geschil is of terecht aanmaningskosten in rekening zijn gebracht.
25.1.1. Houding van de invorderingsambtenaar tijdens behandeling verzoek om uitstelGedurende de behandeling van het verzoek om uitstel van betaling handelt de invorderingsambtenaar overeenkomstig het beleid dat wordt gevoerd als het verzoek is toegewezen.
[…]
25.1.6. Van rechtswege vervallen van een verleend uitstel
Als het verzoek om uitstel van betaling schriftelijk is ingediend, stelt de invorderingsambtenaar de belastingschuldige van het vervallen van het verleende uitstel schriftelijk op de hoogte onder opgaaf van reden.
[…]
25.2.1. Bezwaar tegen hoogte belastingaanslag
[…]
25.2.2. Bezwaar- en beroepschrift gelden niet als verzoek om uitstel
Een beroepschrift tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar op het bezwaarschrift en een ingesteld hoger beroep of beroep in cassatie tegen een rechterlijke uitspraak over de juistheid van een dergelijke uitspraak, gelden niet als een verzoek om uitstel van betaling. In die gevallen moet de belastingschuldige dus een afzonderlijk verzoek om uitstel van betaling indienen bij de invorderingsambtenaar.”
De rechtbank constateert dat op grond van de Leidraad het uitstel van rechtswege is vervallen bij het doen van uitspraak op bezwaar. De vraag of de vereiste mededeling is gedaan staat daar in principe los van. Ten aanzien van die mededeling overweegt de rechtbank als volgt. Bij de uitspraak op bezwaar is het financieel overzicht van de openstaande bedragen gevoegd, met daarbij vermeld hoe betaald kan worden en dat iemand bij een verleende incasso niets hoeft te doen. Voor de goede verstaander, en zo moet de gemachtigde die met deze materie veelvuldig bezig is beschouwd worden, is duidelijk dat het uitstel dus door het doen van die uitspraak is vervallen en dat er betaald moet gaan worden. In de stukken van het geding en in de gang van zaken na het doen van uitspraak op bezwaar, is geen andersluidende aanwijzing te vinden. In tegendeel, uit het niet reageren op de kostenloze betalingsherinnering, valt ook op te maken dat de gemachtigde helemaal niet verrast was dat er geen uitstel meer gold. Als al vereist is dat er een meer letterlijke mededeling over het vervallen zijn van uitstel gedaan zou worden, dan moet in het onderhavige geval aan het achterwege blijven daarvan geen gevolg worden verbonden, omdat niet aannemelijk is dat daarover bij de gemachtigde onduidelijkheid bestond.