ECLI:NL:RBNHO:2022:6523

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
26 juli 2022
Zaaknummer
9839969
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake een overeenkomst tussen handelaar en consument met betrekking tot digitale informatieplichten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 augustus 2022 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Taxatheek Noord Holland Noord B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard op basis van een overeenkomst die op afstand tot stand is gekomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij voldoende heeft aangetoond dat zij heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in de artikelen 6:230m lid 1 en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek. Deze informatieplichten zijn van belang ter bescherming van de consument, en de kantonrechter heeft ambtshalve toezicht gehouden op de naleving hiervan, ook al was er geen verweer van de gedaagde partij.

De kantonrechter heeft de vordering van de eisende partij toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werd geacht. Tevens zijn de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, aangezien het gevorderde bedrag niet hoger was dan het tarief dat volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is berekend. De kantonrechter heeft echter opgemerkt dat het onduidelijk is hoe het online aanvraagproces dat de gedaagde partij heeft doorlopen is vormgegeven. Voor toekomstige procedures heeft de kantonrechter aangegeven dat niet alleen een schermafdruk van de taxatieopdracht, maar ook van het aanvraagformulier gewenst is.

De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 785,56, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 553,22. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door de eisende partij worden gemaakt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9839969 \ CV EXPL 22-2045
Uitspraakdatum: 3 augustus 2022
Verstekvonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap
Taxatheek Noord Holland Noord B.V.,mede handelend onder de naam
[naam] Makelaardij & Vastgoed Taxaties
te Alkmaar
de eisende partij
gemachtigde: K.W.A. van der Meer
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. De overeenkomst is op afstand (digitaal) tot stand gekomen. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de eisende partij voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten.
2.3
De vordering wordt toegewezen, omdat deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De gevorderde (vervallen) wettelijke rente wordt eveneens toegewezen.
2.4.
De eisende partij heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Omdat het gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten berekende tarief, zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
2.5.
De kantonrechter merkt nog het volgende op. Het is de kantonrechter niet duidelijk hoe het online aanvraagproces dat de gedaagde partij heeft doorlopen is vormgegeven. In het vervolg wenst de kantonrechter dan ook niet alleen een schermafdruk te ontvangen van de taxatieopdracht, maar ook van het (online) aanvraagformulier. Het ontbreken van een toelichting op het volledige door de gedaagde partij doorlopen proces kan in het vervolg leiden tot afwijzing van de vordering.
2.6.
De gedaagde partij wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.
2.7.
Ook de nakosten komen voor rekening van de gedaagde partij, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de eisende partij worden gemaakt

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 785,56 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 689,00 vanaf 19 april 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 107,22 wegens dagvaardingskosten,
€ 322,00 wegens griffierecht en
€ 124,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van € 62,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de eisende partij worden gemaakt;
3.4.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst af het meer of anders gevorderde
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter