Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
30 maart 2022;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 16 maart 2022 een tussenvonnis gewezen in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Kinderopvang MaiKids Amsterdam B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van een bedrag van € 15.495,37, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van een kinderopvangovereenkomst die online was afgesloten. De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieplicht van de eisende partij beoordeeld, met name in het kader van de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter oordeelt dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de informatieplichten, met name het niet informeren van de gedaagde partij over het herroepingsrecht. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de gedaagde partij de overeenkomst binnen de verlengde wettelijke herroepingstermijn heeft opgezegd. De kantonrechter heeft de eisende partij in de gelegenheid gesteld om nadere toelichting te geven over de wijze waarop zij meent te hebben voldaan aan de informatieplichten. De beslissing over de vordering is aangehouden, en de kantonrechter heeft aangegeven dat indien de eisende partij niet aan de opdracht voldoet, er gevolgen zullen zijn op basis van de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De zaak benadrukt het belang van het naleven van informatieplichten bij overeenkomsten op afstand, vooral ter bescherming van consumenten. De kantonrechter heeft ook gewezen op de jurisprudentie van de Hoge Raad en het HvJ EU, die van invloed zijn op de beoordeling van dergelijke zaken.