ECLI:NL:RBNHO:2022:6952
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Schending van precontractuele informatieplichten bij koop op afstand met sanctie van 25% korting op de hoofdsom
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 juli 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de vennootschap Coeo Securitisation Limited, gevestigd te Dublin, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij had een vordering ingesteld met betrekking tot de schending van de precontractuele informatieplichten bij een koop op afstand. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 7 april 2022 de eisende partij in de gelegenheid gesteld om haar vordering nader toe te lichten, wat heeft geleid tot een akte op 12 mei 2022.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de contractuele informatieplicht zoals vastgelegd in artikel 6:230v lid 7 BW. De eisende partij had een bestelbevestiging moeten overleggen die aan de eisen van dat artikel voldeed, maar het overgelegde bewijs was onvoldoende. De kantonrechter heeft daarom besloten om een sanctie toe te passen, waarbij de overeenkomst gedeeltelijk werd vernietigd voor 25% van de verschuldigde hoofdsom. Dit besluit is in lijn met de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Hoge Raad.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 80,93, te vermeerderen met wettelijke rente, en heeft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. Tevens is de eisende partij erop gewezen dat haar onderbouwing van de (pre)contractuele informatieplichten niet voldoende was. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke en onderbouwde presentatie van bewijsstukken in civiele procedures.