ECLI:NL:RBNHO:2022:762
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een pand voor de duur van zes maanden op grond van artikel 13b van de Opiumwet na aantreffen van cocaïne
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 februari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de sluiting van een pand voor de duur van zes maanden op basis van artikel 13b van de Opiumwet. De burgemeester van de gemeente Zaanstad had het pand van eiser gesloten nadat de politie tijdens een controle een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne had aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de burgemeester hadden moeten doen afwijken van het beleid, dat sluiting van het pand rechtvaardigde. Eiser, eigenaar van het pand, had beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester, maar de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. De rechtbank concludeerde dat de sluiting noodzakelijk was ter bescherming van de openbare orde en dat de burgemeester bevoegd was om het pand te sluiten, gezien de ernst van de overtreding. Eiser had aangevoerd dat hij geen verwijt kon worden gemaakt, omdat hij regelmatig controles had uitgevoerd en de huurder had gescreend. De rechtbank oordeelde echter dat de sluiting van het pand gerechtvaardigd was, gezien de aangetroffen drugs en de rol van het pand in de drugshandel. De rechtbank benadrukte dat de eigenaar verantwoordelijk is voor het toezicht op zijn pand en dat de sluiting in het algemeen belang was.