Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De zaak in het kort
De rechtbank komt tot de conclusie dat [eiser] de strook grond niet door verjaring in eigendom heeft verkregen, zodat de plantenbakken van [eiser] gedeeltelijk over de kadastrale erfgrens heen, op het perceel van [gedaagde 1] c.s., waren geplaatst. De rechtbank stelt op basis van de overgelegde foto’s vast dat [gedaagde 1] c.s. de nieuwe schutting op hun eigen perceel, voor de kadastrale erfgrens, hebben geplaatst. Ten slotte is niet vast komen te staan dat de overkapping in de achtertuin van [gedaagde 1] c.s. over de kadastrale erfgrens heen is geplaatst, dan wel overhangt. De schutting en de overkapping mogen daarom blijven staan. De rechtbank wijst de vorderingen in conventie van [eiser] af. De rechtbank komt niet meer toe aan de beoordeling van de voorwaardelijke eis in reconventie van [gedaagde 1] c.s., omdat niet aan de voorwaarde is voldaan. De rechtbank wijst daarom ook de voorwaardelijke vorderingen in reconventie van [gedaagde 1] c.s. af.
2.De procedure
- het tussenvonnis van 4 mei 2022 waarin de mondelinge behandeling is bepaald en de daarin vermelde stukken,
- de akte intrekking eiser van 11 juli 2022 waarin is vermeld dat O.A.M. Windeij zijn vorderingen tegenover [gedaagde 1] c.s. intrekt,
- de mondelinge behandeling van 12 juli 2022 en de daarvan door de griffier bijgehouden aantekeningen,
- de spreekaantekeningen van de advocaat van [gedaagde 1] c.s.
3.Feiten
{Afbeelding 1}
4.Het geschil
De vordering in conventie
5.De beoordeling
In conventie en in reconventie
opde historische erfgrens gestaan. [gedaagde 1] c.s. hebben de plaats van de erfafscheiding gemotiveerd betwist. Volgens hen heeft de erfafscheiding op hun perceel,
tegende kadastrale erfgrens, gestaan - zij verwijzen in dat kader in het bijzonder naar de foto uit 1990 (foto 2 bij productie G.3) - en was de erfafscheiding altijd eigendom van de bewoners van perceel nummer [adres 2].
opde (volgens [eiser]) historische erfgrens heeft gestaan tegenover de gemotiveerde en met stukken onderbouwde stellingen van [gedaagde 1] c.s. onvoldoende onderbouwd.
voorde kadastrale erfgrens, op hun eigen perceel, is geplaatst zodat de schutting mag blijven staan. [eiser] heeft daarbij ter zitting ook aangegeven geen bezwaar tegen de schutting te hebben.
1.126,00(2,00 punten × tarief € 563,00)
563,00(2,00 punten × factor 0,5 × tarief € 563,00)