ECLI:NL:RBNHO:2022:9529
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering wegens onvoldoende onderbouwing van (pre)contractuele informatieplichten
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 juni 2022 uitspraak gedaan in een verstekvonnis. De eisende partij, een stichting vertegenwoordigd door LikiFin, heeft de gedaagde partij gedagvaard, maar deze is niet verschenen. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij de eisende partij moest voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of aan deze informatieplichten was voldaan.
De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet voldoende had gesteld en onderbouwd dat zij aan de op haar rustende informatieplichten had voldaan. De overgelegde schermafdrukken van het bestelproces waren niet voldoende toegelicht, waardoor de kantonrechter niet kon vaststellen dat aan de wettelijke eisen was voldaan. De eisende partij had niet duidelijk gemaakt welke informatie relevant was en had niet voldaan aan de contractuele verplichtingen van artikel 6:230v lid 7 BW.
Als gevolg hiervan heeft de kantonrechter de vordering afgewezen, omdat de eisende partij niet aan de eisen van de dagvaarding had voldaan. De proceskosten werden voor rekening van de eisende partij gesteld, die ongelijk kreeg. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen en de eisende partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die voor de gedaagde partij op nihil werden vastgesteld.