Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Volkswagen Leasing B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 juli 2022 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen de besloten vennootschappen Volkswagen Pon Financial Services B.V. en Volkswagen Leasing B.V. als eisende partij en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij heeft voldaan aan de (pre)contractuele informatieplichten die voortvloeien uit de overeenkomst tussen een handelaar en een consument. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij onvoldoende toelichting heeft gegeven over de totstandkoming van de overeenkomst en dat enkel verwijzen naar een onderhandse akte niet volstaat. Dit is in strijd met de wettelijke vereisten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, specifiek artikel 6:230l BW, dat vereist dat essentiële informatie op duidelijke wijze aan de consument wordt verstrekt.
De kantonrechter heeft verder opgemerkt dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de eisen van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat vereist dat de dagvaarding de eis en de gronden daarvan vermeldt, en artikel 21 Rv, dat de eisende partij verplicht om de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Aangezien de eisende partij niet aan deze eisen heeft voldaan, heeft de kantonrechter de vordering afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van de eisende partij, die ongelijk heeft gekregen, en zijn vastgesteld op nihil voor de gedaagde partij.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de vordering wordt afgewezen en dat de eisende partij wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die tot en met de datum van uitspraak voor de gedaagde partij op nihil zijn vastgesteld.