ECLI:NL:RBNHO:2022:9534
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering wegens onvoldoende onderbouwing van (pre)contractuele informatieplichten
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bodemzaak waarbij de eisende partij, Billink B.V., een besloten vennootschap gevestigd te Rotterdam, de gedaagde partij had gedagvaard. De gedaagde partij is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De vordering van Billink B.V. was gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek (BW) in acht genomen moesten worden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij aan deze informatieplichten heeft voldaan. Er ontbrak een met printscreens onderbouwde toelichting van het bestelproces, waardoor de kantonrechter niet kon vaststellen of de gedaagde partij de essentiële informatie, zoals bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW, op duidelijke wijze is verstrekt. Ook was er geen toelichting gegeven over de contractuele verplichtingen van artikel 6:230v lid 7 BW, wat leidde tot de conclusie dat de eisende partij niet aan de wettelijke eisen had voldaan.
De kantonrechter heeft de vordering afgewezen en de eisende partij in de proceskosten veroordeeld, die voor de gedaagde partij op nihil zijn vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de wettelijke informatieplichten in consumententransacties en de gevolgen van het niet naleven daarvan. De kantonrechter heeft tevens opgemerkt dat in eventuele vervolgprocedures het ontbreken van onderbouwde stellingen kan leiden tot afwijzing van de vordering.