ECLI:NL:RBNHO:2022:9785

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 november 2022
Publicatiedatum
4 november 2022
Zaaknummer
10085623
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering op basis van niet-naleving precontractuele informatieplicht in consumentenovereenkomst

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 9 november 2022 een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen Volkswagen Pon Financial Services B.V. en Volkswagen Leasing B.V. als eisende partijen en een niet verschenen gedaagde partij. De eisende partijen hebben de gedaagde gedagvaard, maar de gedaagde is niet verschenen, waardoor verstek is verleend.

De vordering van de eisende partijen was gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij heeft voldaan aan de wettelijke precontractuele informatieplichten zoals vastgelegd in Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter benadrukt dat het aan de eisende partij is om te motiveren en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan, ook al is er geen verweer gevoerd door de gedaagde.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de eisende partij niet voldoende heeft gesteld over de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen en welke informatie aan de gedaagde is verstrekt. De eisende partij heeft weliswaar gesteld dat zij een concept contract heeft verstrekt, maar heeft nagelaten om duidelijk te maken welke relevante informatie daarin is opgenomen. Hierdoor heeft de kantonrechter geoordeeld dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de eisen van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 21 Rv.

Als gevolg hiervan heeft de kantonrechter de vordering afgewezen en de eisende partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die voor de gedaagde partij zijn vastgesteld op nihil. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.M. Kruithof in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10085623 CV EXPL 22-4245
Uitspraakdatum: 9 november 2022
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Volkswagen Pon Financial Services B.V., als rechtsopvolger van
Volkswagen Leasing B.V.
gevestigd te Amersfoort
de eisende partij
gemachtigde: Jongejan Wisseborn gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.2.
De eisende partij heeft naar het oordeel van de kantonrechter niet voldoende gesteld en onderbouwd dat zij heeft voldaan aan de precontractuele informatieplicht van artikel 6:230l BW. De eisende partij heeft gesteld dat de overeenkomst in een verkoopruimte bij de autodealer, die als tussenpersoon bij de totstandkoming van de overeenkomst heeft gefungeerd, is gesloten. Zij licht echter niet toe hoe het gesprek tussen de tussenpersoon en de gedaagde partij is verlopen en welke informatie daarbij aan de gedaagde partij is verstrekt.
2.3.
De eisende partij stelt dat zij ruimschoots vóór het aangaan van de overeenkomst het concept contract, waarin alle precontractuele informatie als bedoeld artikel 6:230l BW is opgenomen, aan de gedaagde partij heeft verstrekt. Zij laat echter na om toe te lichten wat de kantonrechter uit het contract zou moeten afleiden en specifiek aan te geven waar in dit stuk de bedoelde informatie is opgenomen. Producties kunnen stellingen ondersteunen, maar niet vervangen. De partij die producties overlegt, moet begrijpelijk maken welke delen daarvan relevant zijn voor welk standpunt van die partij. Een enkele verwijzing naar de producties is daarom onvoldoende. Het is niet aan de kantonrechter om eigenhandig op zoek te gaan naar informatie.
Wat is hiervan het gevolg?
2.4.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet de dagvaarding de eis en de gronden daarvan vermelden en op grond van artikel 21 Rv moet de eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aanvoeren.
2.5.
De eisende partij heeft niet aan deze eisen voldaan. Daarom wordt de vordering afgewezen. Gelet op artikel 3.5 van het Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton wordt de eisende partij niet meer in de gelegenheid gesteld om haar vordering bij akte alsnog nader toe te lichten en te onderbouwen.
2.6.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter