ECLI:NL:RBNHO:2022:9915
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Schending van de contractuele informatieplicht in een overeenkomst op afstand tussen handelaar en consument
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 november 2022 uitspraak gedaan in een verstekvonnis tussen de vennootschap Coeo Securitisation Limited, gevestigd te Dublin, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard op basis van een overeenkomst op afstand, waarbij de kantonrechter ambtshalve heeft getoetst of de wettelijke informatieplichten zijn nageleefd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW heeft geschonden. Dit leidde tot een gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst, waarbij 25% van de verschuldigde koopprijs werd teruggegeven aan de gedaagde partij. De kantonrechter heeft daarbij verwezen naar relevante jurisprudentie van de Hoge Raad en het Hof van Justitie van de Europese Unie, die benadrukken dat schending van informatieplichten gevolgen moet hebben voor de bescherming van de consument.
De kantonrechter heeft de eisende partij erop gewezen dat de onderbouwing van haar standpunten met betrekking tot de (pre)contractuele informatieplichten onvoldoende was. De eisende partij had weliswaar documenten overgelegd, maar deze waren niet adequaat gelinkt aan de specifieke informatieplichten. De kantonrechter heeft benadrukt dat het aan de eisende partij is om duidelijk aan te geven welke informatie in de overgelegde producties relevant is voor haar standpunten. De gedaagde partij is grotendeels in het ongelijk gesteld en is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 110,43, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten.