Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 maart 2023, waarbij een mondelinge behandeling is gelast, en de daarin genoemde stukken;
- de door Idéfix in het geding gebrachte aanvullende producties 39 tot en met 41;
- de mondelinge behandeling van 15 juni 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn bijgehouden en waarbij Idéfix haar eis heeft verminderd en pleitaantekeningen heeft overgelegd.
2.De feiten
.
2 meter door de gevel”, omdat de takken door de steiger heen zouden steken wanneer die wordt geplaatst.
Door een van onze toezichthouders is op 3 juli 2019 geconstateerd dat u, althans onder uw verantwoordelijkheid, (…), in strijd met de voorschriften van de aan u verleende omgevingsvergunning een aanvang hebt genomen met het bouwen van een woongebouw met winkelruimte en parkeerplaatsen. Gelet op het voorgaande hebben wij besloten de bouwwerkzaamheden op straffe van verbeurte van een dwangsom stil te leggen. De werkzaamheden zijn stilgelegd om te voorkomen dat de illegale situatie ernstiger en omvangrijker wordt.(…) Het bouwveiligheidsplan is niet volledig met betrekking op welke manier de (…) bomen aan de Noorderhoofdstraat worden beschermd bij de bouw. Hierom hebben wij het bouwveiligheidsplan nog niet goedgekeurd. Met de aanvang van de bouwwerkzaamheden handelt u dus in strijd met de voorschriften van de aan u verleende omgevingsvergunning. (…)”
4.4 Nu tussen partijen niet in geschil is dat op 4 juli 2019 (nog) geen omgevingsvergunningplichtige werkzaamheden werden verricht, was er op 4 juli 2019 (nog) geen sprake van overtreding van het vergunningsvoorschrift door eiseres. Verweerder was daarom niet bevoegd om de bouwstop op te leggen.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit; (…)”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Onrechtmatigheid bouwstop
- op 3 juli 2019 afspraken te maken over extra maatregelen ter bescherming van de bomen, om daarna op 4 juli 2019 van gedachten te veranderen en de bouwstop op te leggen;
- niet duidelijk te maken hoe Idéfix kon bewerkstelligen dat de bouwstop opgeheven zou worden en waar het bouwveiligheidsplan aan moest voldoen;
- zich aanvankelijk op het standpunt te stellen dat een kapvergunning vereist was en niet kon worden verleend (en daarmee aan te sturen op een irreële wijziging van het bouwplan);
- niet te waarschuwen dat de kapvergunning niet meteen in werking zou treden.
het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben”). Omdat de bomen bovendien op een openbare plaats stonden kon de Gemeente het standpunt innemen dat een kapvergunning vereist was (artikel 4:11 lid 1 van de APV). De Gemeente heeft dit ook aan Idéfix toegelicht in haar e-mail van 26 juli 2019. Idéfix heeft de juistheid daarvan in deze procedure onvoldoende weersproken.