Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Alektum Capital IV
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 november 2023 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen Alektum Capital IV, een vennootschap naar buitenlands recht gevestigd in Zug, Zwitserland, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 255,74, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van een overeenkomst op afstand. De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld aan de hand van de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, met name artikelen 6:230m en 6:230v.
De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij voldoende had aangetoond dat voldaan was aan de precontractuele informatieplichten, maar dat er tekortkomingen waren in de nakoming van de contractuele informatieplicht. De eisende partij had niet voldoende bewijs geleverd dat de informatie over de leveringstermijn correct was verstrekt. Dit leidde tot de conclusie dat de eisende partij de contractuele informatieplicht had geschonden, wat gevolgen heeft voor de rechtsverhouding tussen partijen.
Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Hoge Raad, besloot de kantonrechter de overeenkomst gedeeltelijk te vernietigen, waardoor 25% van de hoofdsom niet verschuldigd was. Uiteindelijk werd de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 188,01, vermeerderd met wettelijke rente, en werd de gedaagde ook in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.