ECLI:NL:RBNHO:2023:12750

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
10751505 \ CV EXPL 23-4504
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling op basis van onvoldoende onderbouwing van (pre)contractuele informatieplichten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 december 2023 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Collect Car B.V., handelende onder de naam Greenwheels, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde een betaling van € 3.230,95, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van een overeenkomst die zou zijn gesloten met de gedaagde partij.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De eisende partij heeft nagelaten een concrete toelichting te geven op de totstandkoming van de overeenkomst en hoe zij aan de informatieplichten heeft voldaan. Dit is cruciaal, vooral omdat de overeenkomst mogelijk op afstand is gesloten, wat andere informatieplichten met zich meebrengt.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de eisende partij niet aan de eisen van de dagvaarding heeft voldaan, zoals gesteld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Hierdoor werd de vordering afgewezen en werd de eisende partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die voor de gedaagde partij op nihil zijn vastgesteld. Het vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter M.M. Kruithof in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10751505 \ CV EXPL 23-4504
Uitspraakdatum: 13 december 2023
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Collect Car B.V., handelende onder de naam
greenwheels
Gevestigd te Rotterdam
de eisende partij
gemachtigde: mr.drs. J.J.F.M. Konings
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van
€ 3.230,95, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.2.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.3.
De eisende partij heeft niet voldoende gesteld en onderbouwd dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten. De eisende partij heeft namelijk nagelaten een concrete toelichting te geven op de wijze van totstandkoming van de overeenkomst en hoe zij in die situatie heeft voldaan aan de op haar rustende informatieplichten. Weliswaar heeft de eisende partij gesteld dat de overeenkomst buiten de verkoopruimte is gesloten en verwezen naar de producties 2A tot en met 2C, maar dit is onvoldoende. Producties kunnen stellingen enkel ondersteunen en niet vervangen. Het is aan de eisende partij om toe te lichten welke delen daarvan relevant zijn voor welk standpunt.
2.4.
Daar komt bij dat de eisende partij ook heeft gesteld dat de gedaagde partij via e-mandate het contract voor akkoord heeft ondertekend. Dit duidt erop dat mogelijk geen sprake is van een overeenkomst gesloten buiten de verkoopruimte, maar van een overeenkomst op afstand. Het had op de weg van de eisende partij gelegen om dit nader toe te lichten. In dat geval had de eisende partij ook moeten toelichten op welke wijze zij heeft voldaan aan de in dit geval op haar rustende informatieplichten op grond van artikel 6:230m en 6:230v BW.
Wat is hiervan het gevolg?
2.5.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet de dagvaarding de eis en de gronden daarvan vermelden en op grond van artikel 21 Rv moet de eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aanvoeren.
2.6.
De eisende partij heeft niet aan deze eisen voldaan. Daarom wordt de vordering afgewezen.
2.7.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1
wijst de vordering af;
3.2
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter