Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 maart 2023 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Geschil8. In geschil is of het beroep ontvankelijk is en zo ja, of het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard en zo nee, of het verlies terecht niet in aanmerking is genomen. Voor de standpunten en conclusies van partijen wordt verwezen naar de stukken.
Het beroep tegen de uitspraak op bezwaar is daarom ongegrond.
dat eiser wel heeft gesteld dat hij sinds mei 2017 bezig is geweest met het opstarten van een onderneming, maar dat hij in de aangifte over 2018 al geen onderneming meer heeft aangeven. Ter zitting heeft eiser ook verklaard dat hij in 2019 besloot de eenmanszaak niet door te zetten, maar dat hij een Besloten Vennootschap wilde opzetten en dat deze in 2021 van de grond is gekomen. Een en ander zou erop neerkomen dat de stelling van eiser inhoudt dat er in 2017 voor een periode van acht maanden een onderneming in de vorm van een door hem gedreven eenmanszaak op het gebied van [werkzaamheden] / [werkzaamheden] is geweest. De duurzaamheid die bij het drijven van een materiële onderneming van deze aard past, ontbreekt. Reeds hierom heeft verweerder de aangifte terecht gecorrigeerd zoals gedaan.