Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Basic-Fit Nederland B.V., handelend onder de naam
Basic-Fit Hoofddorp Toolenburg
1.De procedure
2.De beoordeling
Als je ook nadat we je in gebreke hebben gesteld, niet aan je betalingsverplichting voldoet, dan ben je in verzuim. Op dat moment kunnen wij incassokosten in rekening brengen en kunnen wij de vordering uit handen geven.(…)”
(…) Ook kunnen we de overeenkomst met directe ingang beëindigen. Op dat moment ben je alle lidmaatschapsgelden verschuldigd die zouden moeten worden voldaan gedurende de looptijd van de overeenkomst plus de incassokosten die in rekening worden gebracht.” Op grond van deze bepaling zijn in geval van niet betaling door de gedaagde partij niet alleen de reeds vervallen termijnen maar ook alle nog te vervallen termijnen ineens opeisbaar, waarbij de eisende partij het recht heeft om de gedaagde partij de toegang tot de faciliteiten te ontzeggen gedurende de looptijd van de overeenkomst. Deze bepaling komt de kantonrechter onredelijk bezwarend voor, met name vanwege de wanverhouding tussen de tekortkoming van de schuldenaar (dat wil zeggen: het niet betalen van één of meer maandtermijnen) en de consequentie die deze bepaling aan die tekortkoming verbindt. Namelijk de directe opeisbaarheid van alle (resterende) maandtermijnen. Daarbij komt dat aan de eisende partij dan ook het recht toekomt om de overeenkomst per direct te beëindigen en, zo begrijpt de kantonrechter, de gedaagde partij de toegang tot de sportfaciliteiten te ontzeggen terwijl dan nog wel de eventueel resterende maandtermijnen zouden moeten worden betaald. Het feit dat de eisende partij daar in de praktijk geen gebruik van maakt, zoals zij in de dagvaarding stelt, is niet relevant. Bij de beoordeling van de onredelijkheid van dergelijke bedingen gaat het om het beding zelf en niet om de manier waarop de eisende partij daar in de praktijk al dan niet gebruik van maakt.
3.De beslissing
17 januari 2024de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten door de inlichtingen te verstrekken zoals in punt 2.14. en 2.16. overwogen;