In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 8 maart 2023 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Kinderdagverblijf en Buitenschoolse Opvang Anna Paulowna B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 6.093,50, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van een overeenkomst die volgens hen tot stand was gekomen via e-mail. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst kwalificeert als een overeenkomst op afstand, zoals bedoeld in artikel 6:230g lid 1 sub e van het Burgerlijk Wetboek (BW). De eisende partij had echter niet voldoende aangetoond dat zij voldaan had aan de wettelijke informatieplichten die gelden bij dergelijke overeenkomsten.
De kantonrechter stelde vast dat de eisende partij de gedaagde partij niet had geïnformeerd over het herroepingsrecht en de kosten van de kinderopvang, wat een schending van de informatieplichten met zich meebracht. Hierdoor werd de herroepingstermijn verlengd, maar de gedaagde partij had geen verzoek tot herroeping gedaan. De kantonrechter besloot dat de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd moest worden, met als gevolg dat 25% van de hoofdsom van de gedaagde partij werd kwijtgescholden. Uiteindelijk werd de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 3.685,07, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten, die in totaal op € 876,43 werden vastgesteld.
De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de (pre)contractuele informatieplichten bij overeenkomsten op afstand en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen. De kantonrechter heeft de eisende partij in het ongelijk gesteld en de gedaagde partij grotendeels in het gelijk, wat resulteerde in een gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst en een veroordeling tot betaling van een aangepast bedrag.